Heb je weleens last van angsten of fobieën? Dan ben je niet de enige. Een op de vijf Nederlanders krijgt ooit in zijn of haar leven te maken met een angststoornis en een nog grotere groep krijgt te maken met angstproblemen. Lees hier alles over wat angst precies is, verschillende soorten angststoornissen en de behandeling van angstklachten.
Wat is angst?
Angst is een van de zes basisemoties, net als blijdschap of verdriet. Deze emoties zijn reacties op gebeurtenissen die je persoonlijk raken en waarbij automatisch bepaalde lichamelijke en gedragsmatige veranderingen optreden. Op momenten van angst kan een persoon last krijgen van spanningsklachten, benauwdheid, duizeligheid en/of maagpijn. Angst ontstaat als iets dreigend is of lijkt. De lichamelijke of gedragsmatige reactie is vaak vechten, vluchten of bevriezen.
Gedurende je hele leven heb je bepaalde angsten, afhankelijk van wat op dat moment belangrijk voor je is. Vanaf basisschoolleeftijd kan er bijvoorbeeld faalangst optreden. Kinderen ontdekken dan dat prestaties uitmaken voor hoe je beoordeeld wordt of hoe je in de groep ligt. Op bejaarde leeftijd ontwikkel je sneller een angst om te vallen, omdat je lichaam kwetsbaarder is.
Leven zonder angst is niet alleen onmogelijk, maar ook onwenselijk. Angst heeft namelijk een bepaalde functie:
- Sociale angst helpt je soms om niet te vervreemden van de mensen aan wie je je wilt binden.
- Faalangst helpt je soms om belangrijke prestaties goed voor te bereiden.
Dus eigenlijk dwingt angst je om stil te staan bij schokkende gebeurtenissen. In de bovenstaande gevallen hebben we te maken met gezonde angst die je helpt om beter te presteren of een hechte verbintenis aan te gaan met iemand. Met andere woorden, bij een gezonde reactie op een dreigende situatie is er geen sprake van een angststoornis.
Wanneer wordt angst een angststoornis?
Angst wordt echter ‘ongezond’ als het je belemmert in je normale leven. Wanneer situaties zo bedreigend zijn geworden dat je de situaties gaat vermijden. Zo ontwikkelt zich onder andere een stoornis of fobie. Een angstreactie die sterker is of langer duurt dan past bij het gevaar, noem je ‘overmatig’. Je angst belemmert je dan in je normale leven. Ook blijft de angst aanwezig nadat het specifieke gevaar of de stressvolle situatie alweer voorbij is. Je spreekt dan van een angststoornis.
Risicofactoren voor het ontwikkelen van een angststoornis zijn bijvoorbeeld een verlegen temperament of het meemaken van heftige gebeurtenissen. Jezelf overbeschermen door angstige situaties te vermijden, houdt de angst in stand, omdat je dan niet leert omgaan met spannende situaties. In het algemeen komen angststoornissen anderhalf keer vaker bij vrouwen voor dan bij mannen.
Verschillende soorten angststoornissen
Welke verschillende soorten angststoornissen zijn er? Hieronder bespreken we de meest voorkomende. Het komt regelmatig voor dat mensen meerdere angststoornissen of fobieën tegelijk hebben.
Hypochondrie
Hypochondrie is de bovenmatige angst om een ernstige ziekte onder de leden te hebben. Je let dan extreem goed op je lichaam, waardoor je van alles voelt. Bij klachten denk je direct dat je erg ziek bent. Deze angststoornis wordt ook ziekteangst, ziektevrees of ziektefobie genoemd.
Paniekstoornis
Een paniekstoornis houdt in dat iemand last heeft van ernstige paniekaanvallen waarbij hij denkt dat hij flauw zal vallen of dood zal gaan. Tijdens een paniekaanval heb je te kampen met (korte) periodes van intense angst die je plotseling overvalt. Een paniekstoornis gaat vaak samen met agorafobie ofwel pleinvrees.
Sociale angststoornis
Als je een sociale angststoornis (ofwel sociale fobie) hebt, heb je een bovenmatige angst voor situaties met andere mensen. Als je sociaal moet functioneren of iets moet presteren. Je bent bang dat je je beschamend zal gedragen, en daarvan gaat blozen, trillen of zweten.
Gegeneraliseerde angststoornis
Bij de gegeneraliseerde angststoornis (afgekort: GAS) pieker en tob je over van alles en nog wat. Je verwacht altijd het ergste. De angsten of zorgen kunnen gaan over verschillende onderwerpen, zoals je gezondheid, prestaties op werk, je familie of vrienden, geld of dat je partner iets ergs overkomt.
Specifieke fobieën
Een fobie is een buitensporige angst voor bepaalde situaties of objecten, waar andere mensen niet angstig voor zijn. Vaak staat vermijding hierbij op de voorgrond. Veelvoorkomende fobieën zijn onder andere:
- Pleinvrees (agorafobie). Je bent bang om de straat op te gaan, ver van huis te zijn en voor drukke plaatsen. Je bent bang dat je dan onwel wordt of de controle over jezelf verliest.
- Angst om vast te zitten (claustrofobie). Je bent bang om vast te zitten of opgesloten te raken. Dit komt vooral tot uiting in kleine, gesloten ruimtes, zoals een lift of vliegtuig.
- Angst voor overgeven (emotofobie). Je bent bang om over te geven en gaat daardoor bepaalde situaties vermijden, zoals uit eten gaan of autoritjes.
- Angst voor naalden (belonefobie). Je bent bang voor naalden en prikken. Dit is vooral lastig bij de huisarts, het ziekenhuis of de tandarts.
- Angst voor spinnen (arachnofobie). Je bent zo bang voor spinnen dat je heftige reacties krijgt, zoals een paniekaanval of bepaalde situaties gaat vermijden.
De behandeling van een angststoornis
Hoe behandel je een angststoornis? Sommigen hebben genoeg aan zelfhulpboeken en zelf tips toepassen. Maar velen hebben ondersteuning nodig van een psycholoog. Welke behandelingen zetten therapeuten in bij angststoornissen?
Exposuretherapie
Als je iets angstaanjagends meemaakt, daarvan schrikt, maar vervolgens merkt dat het goed afloopt, zul je de volgende keer minder angstig zijn. Maar als je de spannende situatie gaat vermijden, leer je niet met je angst omgaan en houd je het in stand. Exposuretherapie biedt hier uitkomst.
Exposuretherapie stelt je geleidelijk bloot aan je angsten. Dit gebeurt op zo’n manier dat het behapbaar blijft. Je krijgt vooraf voorlichting en zult gaandeweg copingvaardigheden leren om je angsten onder ogen te komen, door ontspanningsoefeningen te doen en je ademhaling te reguleren.
Cognitieve gedragstherapie voor angst
Cognitieve gedragstherapie leert je het verband te zien tussen je gevoelens, gedachten en gedrag. Welke automatische gedachten houden bij jou de overmatige angst in stand? Neem deze gedachten kritisch onder de loep. Kloppen ze wel? Je gaat bewijsmateriaal verzamelen voor en tegen de gedachte, ofwel je gaat de gedachte uitdagen.
De volgende stap in cognitieve gedragstherapie is om daar andere, positievere gedachten tegenover te stellen. Dit noem je ‘tegengedachten’ of ‘realistische gedachten’. Een automatische gedachte is bijvoorbeeld dat honden niet te vertrouwen zijn. Door deze kritisch te bekijken, kom je erachter dat het een denkfout is (overgeneraliseren). De realistische gedachte is hier: sommige honden zijn niet te vertrouwen, maar dat is beslist niet altijd het geval.
Leren leven met angst
Hoe goed de behandelingen van angststoornissen inmiddels ook zijn, niemand zal durven garanderen dat je nooit meer klachten ervaart. Leer daarom ook om met je angst om te gaan. Een leven zonder pijn en zorgen bestaat niet. Het gaat er niet om je altijd goed te voelen, maar om je levend te voelen. Openstaan voor emoties, ook wanneer die overmatige vormen aannemen, is geen kwestie van leren leven mét. Het is leren leven.
Oefening: concentreer je op je buikademhaling
Herken je een van de bovengenoemde angsten dan helpt deze oefening met het omgaan van je angst. Doe het tweemaal per dag gedurende tien minuten op een rustige plek.
Leg één hand op je borst en de andere op je buik, en je pink ongeveer twee centimeter boven je navel. Je buik zet tijdens normale inademing uit. Voel je je hand op je buik bewegen? Dat is goed. De hand op je borst beweegt juist nauwelijks bij goede buikademhaling. Ben je gewend om vanuit je borst te ademen? Dan heb je mogelijk het gevoel ademnood te krijgen. Schrik niet, dit gevoel neemt vanzelf af. Je krijgt voldoende zuurstof binnen.
Wil je een stap verder gaan? Reguleer dan je ademhaling door te tellen. Bij je eerste inademing tel je één, bij het uitademen denk je ‘ontspan’. Bij de volgende ademhaling tel je twee en bij het uitademen weer ‘ontspan’. Tel door tot tien en ga na of je weer ontspannen bent. Herhaal gerust de oefening totdat je lichaam weer tot rust is gebracht.
Meer weten over angststoornissen?
Lees de volgende bronnen om meer te lezen over angststoornissen, de behandeling en tips en oefeningen om je angsten te lijf te gaan:
- Boek Angst van Frits Boer
- Boek Fobieën van Manja de Neef en Pim Cuijpers
- Boek Handboek angst- en dwangstoornissen van Ton van Balkom, Sako Visser, Désirée Oosterbaan en Irene van Vliet