Veel ouders vragen zich af als hun kind uit de kast komt als transgender: hoe kan het dat ik niet eerder iets heb gemerkt? Het kan zijn dat het voor je kind ook lang duurde voordat hen erachter kwam transgender te zijn. Daarom is het logisch dat je het als ouder ook niet meteen doorhebt. En misschien heb je eerder wel opvallend gedrag gezien bij je kind, maar dacht je bijvoorbeeld dat hen homoseksueel was, of gewoon een ‘jongensachtig meisje’. Het is niet raar dat je niet meteen aan genderincongruentie denkt.
Dit artikel komt uit hoofdstuk 1 van Als je kind trans en is bewerkt door de redactie van Boom Psychologie & Psychiatrie.
Geheimhouden
Sommige kinderen en volwassenen zijn een meester in dingen geheimhouden. Ze zijn bang voor negatieve reacties, en soms hebben ze ook oordelen over zichzelf. Ze denken bijvoorbeeld: wat ik voel, hoort niet. En: als ik naar de gevoelens luister, zal ik mensen verliezen. Of: straks kom ik uit de kast en dan blijk ik toch niet transgender te zijn. Hierdoor kan het dat je kind hun gevoelens diep wegdrukt, in de hoop dat ze overgaan. Sommige trans mensen gaan zich juist nadrukkelijk kleden of gedragen zoals dat past bij hun geboortegeslacht, in de hoop dat dat hun probleem oplost. In deze situaties is het heel lastig voor jou als ouder om je te realiseren wat er bij je kind speelt.
Als je kind in de puberteit zit, kan het extra moeilijk zijn om door te hebben waar je kind mee worstelt. Deze levensfase gaat over volwassen worden. Pubers nemen afstand van hun ouders. Daarbij voelen ze zich vaak ook sneller ongemakkelijk en schaamtevol als het over hun lichaam gaat dan toen ze nog een kind waren. De meeste pubers zijn niet meer zo open als vroeger.
Misschien neem je het jezelf kwalijk dat je niet eerder in de gaten had dat je kind trans is of bezig is met hun genderidentiteit. Maar als je zoiets niet door hebt, maakt dat je absoluut niet een slechte ouder. Je kunt niet altijd in het hoofd van een ander kijken, zelfs niet als het om je eigen kind gaat. Het enige wat je kunt doen, is luisteren en vragen stellen.
Mascha (moeder van een trans zoon): ‘We waren heel verdrietig. Hoe kan het dat we niet eerder iets gezien hadden? Wat hebben wij ons kind ontzegd? Ik nam het mezelf kwalijk: als we het eerder hadden geweten, hadden we eerder actie kunnen ondernemen. Mijn zoon stelde me gerust: “Ik moest er eerst zelf achter komen.”’
Het gedrag van jonge kinderen
Een enkele keer hebben ouders wel door dat hun kind misschien transgender is, zelfs nog voordat hen oud genoeg is om een gesprek hierover te voeren. Dit gebeurt vooral als een kind al heel jong gedrag vertoont dat geassocieerd wordt met het andere geslacht. Het valt een ouder bijvoorbeeld op dat hun kind een jurkje wil dragen terwijl hen een mannelijk geboortegeslacht heeft, of juist alleen maar stoeit met vriendjes terwijl hen een vrouwelijk geboortegeslacht heeft.
Bente en Bart (ouders van Emma, 5): ‘Emma wilde haar haar langer laten groeien. Haar beste vriendjes op de crèche waren altijd meisjes, maar ze hield niet van stereotype meisjesspeelgoed zoals poppen en barbies. We hadden wat oude jurkjes gekregen en die wilde ze steeds vaker dragen. We vroegen een keer waarom ze dat zo graag wilde. Daarop antwoordde ze: “Ik moet kunnen dansen, dus natuurlijk moet ik jurkjes dragen.”’
Het is belangrijk om te weten dat het bij jonge kinderen een natuurlijk onderdeel is van hun ontwikkeling om zich soms anders te gedragen dan je op grond van hun geboortegeslacht zou verwachten. Het hoeft niet meteen te betekenen dat je kind transgender is. Maar als dit gedrag langere tijd aanhoudt, dan kan dit een teken van een transgenderidentiteit zijn.
Levi (30) kwam op elfjarige leeftijd bij de genderkliniek met moeder Yvon
Yvon: ‘Ik kan me niet één moment herinneren waarop mijn zoon uit de kast kwam, het ging heel geleidelijk. Als ik ooit de droom had gehad van een meisje met paardenstaart en jurkjes, dan waren we daar al vanaf toen hij twee jaar was. Hij had kort haar, hield van legerbroeken en ijshockey. Ik dacht: het is een tomboy. Ook leuk. Toen hij tien was begon hij dingen te zeggen waardoor ik vermoedde dat hij zich niet thuis voelde in zijn lichaam. Maar hij kon er niet echt over praten. Ik heb uiteindelijk contact opgenomen met Amsterdam UMC.’
Levi: ‘Ik wist helemaal niet waarvoor ik kwam. Die psycholoog van het ziekenhuis zei: “Zo, dus jij wil een jongen worden?” Mijn ouders keken me verwachtingsvol aan. Ik kreeg kortsluiting in mijn hoofd, dus ik zei dat ik twijfelde. Dat deed ik eigenlijk niet, maar ik had het er nog nooit met iemand over gehad. Ik moest terugkomen als ik het zeker wist. Op een gegeven moment waren we op vakantie in een soort klooster waar de mannen en vrouwen gescheiden waren. Ik zat daar met allemaal Franse pubermeisjes. Op dat moment wist ik ineens dat ik absoluut geen connectie had met hen. Toen ben ik ‘s avonds bij mijn moeder in de tent gaan zitten: “Mam, dit kan zo echt niet meer. Ik begin borsten te krijgen, dus we moeten hier nu iets aan doen.”’
Meer over Als je kind trans is
Wil je meer tips over hoe je je transgender kind kan ondersteunen bij het bewandelen van hun pad? Je leest hier meer over in Als je kind trans is.
De ontdekking dat je kind transgender is, is uitdagend en emotioneel, en brengt vaak veel vragen met zich mee: Wat betekent het dat mijn kind zich geen jongen of meisje voelt? Waar kan mijn kind terecht voor hulp? Hoe zit het met hormoonbehandeling en operaties? Wat helpt mij als ouder in mijn eigen proces? Wat zeg je wel en wat zeg je niet? Hoe zit het met de verzekering en met het aanpassen van een paspoort?
Dit boek geeft antwoord op deze en vele andere vragen. (Kinder)artsen en psychologen komen aan het woord, en anderen die werken met trans mensen. Maar minstens zo belangrijk zijn ervaringen van ouders van transgender kinderen én de ervaringen van transgender kinderen met hun ouders. Als je kind trans is geeft feitelijke en wetenschappelijke inzichten.