‘Wat is de zin van mijn verlies?’ ‘Hoe kan ik verder met mijn leven?’ (Grote) verliezen kunnen grote vragen oproepen over ons verlies en ons bestaan. Auteurs Mai-Britt Guldin en Carlo Leget nemen je in deze voorpublicatie mee langs manieren waarop bekende denkers omgegaan zijn met deze vragen. En wellicht helpt dit jou een stapje op weg naar je eigen manier van leven met existentiële vragen.
Deze voorpublicatie komt uit het boek Verlieskunst – Hoofdstuk 1 Verlies als de uiteindelijke begrenzing van het menselijk bestaan en is bewerkt door de redactie van Boom Psychologie en Psychologie.
De vragen ‘leven’
Terwijl we door ons leven gaan, bevinden we ons allemaal tussen de fundamentele thema’s van het menselijk bestaan: dood, vrijheid, isolement en zingeving (Yalom, 1980). Yalom zou zeggen dat zelfs als we ons er niet op concentreren, we ons leven altijd in de schaduw van deze ultimate concerns of grote vragen leven. Ze zijn de oorzaak van onze angst en rusteloosheid in het leven.
Misschien zijn we ons niet zo bewust van de existentiële zorgen als we geen verlies of grote veranderingen hebben doorgemaakt. In veel gevallen brengen we onze existentiële angst op een onopvallende of zelfs onbewuste manier in evenwicht. Maar zodra we een heftig verlies ervaren, worden we existentieel geraakt omdat de fundamenten van ons bestaan worden getroffen. Nu worden de existentiële thema’s en vragen de nieuwe norm.
Wat we ons afvragen wanneer we een verlies lijden
- Waarom overkomt mij dit?
- Heb ik dit verdiend?
- Wat is de zin van mijn verlies?
- Hoe ga ik om met de dood?
- Wat moet ik doen als ik me zo alleen voel?
- Hoe kan ik verder met mijn leven?
Al tweehonderd jaar geleden hielp Kierkegaard ons inzien dat het menselijk bestaan vol paradoxen is. Een paradox is iets wat tegenstrijdig lijkt, maar volkomen logisch is in relatie tot onze menselijke ervaring. We hebben bijvoorbeeld een vrije wil en tegelijkertijd worden we bepaald door onze genen, opvoeding en cultuur. Zolang we ons dagelijks leven leiden en er allerlei dingen zijn die ons bezighouden, denken we misschien niet veel na over deze paradoxen.
Maar zodra ons bestaan wordt opgeschud door een groot verlies, is het alsof de paradoxen aan de oppervlakte komen. Grote verliezen zijn existentiële aardbevingen: ze maken zichtbaar wat in het normale leven verborgen en bedekt is. De paradoxen waren er al vóór het verlies, maar het rouwproces maakt ze heel aanwezig en urgent. Misschien vooral omdat we op zo’n moment voortdurend aan de dood of de eindigheid van dingen worden herinnerd.
Het IPM[1] stelt dat rouw als het ware een ruimte opent waarin we de fundamentele existentiële paradoxen tegenkomen als grote vragen in het leven, waar geen definitief antwoord op lijkt te zijn. Enkele van die paradoxen zijn:
Existentiële paradoxen van verlies
- Alleen door met de dood om te gaan, kunnen we het leven ten volle leven.
- Alleen door onze gevoelens te accepteren, kunnen we de verantwoordelijkheid ervoor nemen.
- Alleen door ons verlies te voelen, kunnen we ons verlies begrijpen.
- Alleen door alleen te durven zijn, kunnen we verbondenheid bereiken.
- Alleen door zinloosheid te ervaren, kunnen we betekenis ontdekken.
Als we naar de existentiële paradoxen van verlies kijken, wordt het snel duidelijk dat er geen duidelijke of concrete antwoorden zijn op de vragen die we onszelf stellen.
Sommige vragen in het leven
kunnen door experts worden beantwoord.
De vraag ‘Wat is de zin van mijn leven?’
kan door niemand anders
dan de vraagsteller zelf worden beantwoord.
En ook hier geldt dat het antwoord niet in één keer te vinden is. Misschien kan dit vergeleken worden met het inzicht dat als je iemands vraag beantwoordt, je hem kennis geeft, maar dat als je in plaats daarvan een wedervraag stelt, je hem helpt om zijn eigen antwoorden te vinden.
In zijn Brieven aan een jonge dichter schrijft de Duitse dichter Rainer Maria Rilke (1875-1926) deze diepzinnige regels (1929/2012):
Men moet geduld hebben voor onopgeloste zaken in ons hart
en proberen de vragen zelf te koesteren als gesloten kamers
en als boeken die in een zeer vreemde taal geschreven zijn.
Het komt erop aan alles te leven. Als je de vragen leeft,
leef je misschien langzaam maar zeker zonder het te merken
op een goede dag het antwoord in.
Reflecteren op de diepste existentiële vragen
Rilke is van mening dat wanneer een vraag te diep of te groot is, we niet snel een antwoord krijgen, maar met de vraag moeten leven en dan misschien geleidelijk aan tot het antwoord kunnen komen. Zou dat wellicht ook gelden voor verliezen?
De spanningsboog tussen leven en dood
Leven met een groot verlies opent een ruimte met grote existentiële vragen. Deze ruimte wordt bepaald door een fundamentele spanning waarmee we worden geconfronteerd tijdens het rouwen: aan de ene kant moeten we ons leven leiden, aan de andere kant voelen we ons dicht bij de dood.
Verlies als katalysator voor diepe reflectie
Iets van grote waarde in het leven is ons ontnomen en de zin van het leven is tijdelijk verdwenen. Misschien hebben we zelfs het gevoel dat we ons bij een geliefde willen voegen in de dood. Nu heeft zich een ruimte geopend waar de spanning tussen leven en dood naar voren komt.
Verlieskunst biedt ruimte voor existentiële vragen
We zijn op een nieuwe plek in het leven gekomen waar we onszelf grote vragen stellen. Het idee van dit boek is daarom ook dat het een brede reeks van existentiële overdenkingen over verlies en rouw biedt, en de lezer uitnodigt om te reflecteren, zodat we de antwoorden op onze eigen grote vragen vinden.
[1] Benieuwd naar wat het geïntegreerd procesmodel (IPM) van rouw precies inhoudt? Lees dan verder in Verlieskunst.
Lees verder in Verlieskunst
Verlies is net zo fundamenteel voor het menselijk leven als de liefde. In Verlieskunst integreren psychotherapeut Mai-Britt Guldin en theoloog-filosoof Carlo Leget de vijf dimensies van rouw: de fysieke, emotionele, cognitieve, sociale en spirituele. Ze introduceren in dit boek een geïntegreerd procesmodel (IPM) dat ons helpt de alomvattendheid van rouw te bevatten.