Wat als je kind trans is? Dies van Reemst, Janine Verduin en Eline Janssen schreven er een boek over. In Als je kind trans is lees je naast feitelijke informatie en wetenschappelijke inzichten over genderkwesties, ook persoonlijk verhalen. De auteurs interviewden veel ouders en hun trans kinderen, maar niet alle verhalen pasten in het boek. Daarom lees je hier verder. Dit is het verhaal van Arie (63 jaar), vader van Johanna (30 jaar). Vijf jaar geleden vertelde ze dat ze trans is. In dit interview vertelt hij over de coming-out en hoe hij zich als ouder aanpaste: ‘Het gaat niet om jouw tempo als ouder, maar om dat van je kind.’

Hoe was de periode rond de coming-out?
‘Johanna heeft autisme. Ze woonde destijds in Australië en had al drie jaar een relatie met Amy. Ze is heel precies in de contactmomenten. We hebben in het verleden een paar keer meegemaakt dat ze een berichtje stuurde om te bellen, en dan moet dat op hetzelfde moment gebeuren. Samen met Amy was ze gelukkig in Australië; we dachten zelfs dat er misschien een verloving aankwam. Maar op een avond vertelde ze via Skype dat ze voelde dat ze in het verkeerde lichaam zat en dat ze een vrouw was. Dat nieuws kwam als een donderslag bij heldere hemel. Johanna was geen stoere jongen, ze had altijd wel vriendinnen gehad, maar was ook niet een heel vrouwelijk type. We zaten met Heleen, mijn vrouw (niet de moeder van Johanna), achter de computer en voelden ons onthutst. Toch zeiden we meteen: “Wat je ook nodig hebt, wij steunen je.” Dat moment is me altijd bijgebleven, want het zette alles op z’n kop. Johanna vertelde dat ze altijd wel wist dat er iets was, maar dat ze dacht dat het aan haar autisme lag – tot dat ze mensen leerde kennen die trans waren. Toen viel alles op z’n plek.’
‘Johanna keerde kort daarna terug naar Nederland, omdat Amy aangaf dat zij niet met een vrouw verder kon. Johanna trok in bij haar moeder, die naast ons woont. Ze was vastberaden haar transitie in Nederland te starten. Als ouder wil je je kind helpen, maar zij zat al in een sneltrein, terwijl wij er achteraan renden om alles te begrijpen. Het voelde als een studievakantie: we keken documentaires, lazen boeken en spraken met mensen die ervaring hadden met transgenderzorg.’
‘Het is heel wat als je net hebt ontdekt dat je lichaam niet bij je past. Als je vader dan ook nog dicht op je huid zit en elke keer appjes stuurt, dan is dat veel. Ik leerde om haar de ruimte te geven die ze nodig had.’
Hoe werd er in jullie omgeving op de coming-out gereageerd?
‘Onze omgeving reageerde warm op Johanna’s coming-out, vertelt Arie. Ze stuurde een e-mail naar familie en vrienden en kreeg veel hartverwarmende reacties. Zelfs van mensen van wie we dat niet hadden verwacht. Een neef die ze al tien jaar niet meer had gesproken, had uitgebreid de tijd genomen om een bericht terug te sturen. En een van de mooiste reacties kwam van de 80-jarige moeder van een vriendin van Heleen, die zei: “Het lijkt me moeilijk voor jullie als ouders, zo’n omslag, maar nog veel moeilijker voor Johanna zelf.” Zulke woorden deden ons veel goed. Ik vond dat zo mooi, dat iemand die opgegroeid is in een heel andere tijd, zich kan inbeelden hoe het moet zijn voor een kind.’
Toch was de overgang voor Arie soms lastig. ‘Ik heb Johanna 25 jaar lang als zoon gekend. Nu heb ik een dochter, maar die verandering blijft een proces. Ik vergelijk het weleens met mijn maagverkleining. Die is inmiddels tien jaar geleden. Ik heb 53 jaar lang altijd met een groot bord gegeten, maar de laatste tien jaar neem ik bewust een klein bord. Toch overkomt het me nog steeds dat ik te veel opschep. Dat krijg ik er gewoon niet uit. Dat merk ik ook met Johanna. Ze is een vrouw en als ik aan anderen een foto van haar laat zien, dan hoor ik vaak: “Goh, wat een mooie vrouw!” Maar ik merk dat het soms nog steeds in m’n systeem zit om “jongens” te zeggen als ik het over mijn kinderen heb. Het is echt een kwestie van tijd. Johanna en haar broer Silco schelen zestien maanden. Ik weet nog dat ik vroeger met allebei op de arm van de trap afliep. Dan zei ik standaard: “Twee lieve broertjes.” Dat hebben we jarenlang gezegd, totdat ze 25 waren. Als ik dat nu zou zeggen, dan zou ik Johanna pijn doen, maar het zit nog wel in mijn hoofd. Gelukkig leer ik steeds beter om haar volledig als vrouw te zien. Het kost tijd – dat hoor ik ook van andere ouders van trans kinderen – maar dat is oké.’
Wat vond je een van de moeilijkere momenten?
‘Een van de zwaarste periodes was vlak na Johanna’s terugkeer naar Nederland. Ze trok zich vaak terug op haar kamer en had moeite om met ons contact te houden. Als ouder wil je weten hoe het met je kind gaat, maar zij kon dat gewoon niet. Dat vond ik moeilijk om te accepteren. Uiteindelijk besefte ik dat mijn verlangen naar contact meer over mij ging dan over haar. Het is ook heel wat als je net hebt ontdekt dat je lichaam niet bij je past. En als je ook nog een vorm van autisme hebt, dan heb je helemaal geen extra ruimte om nog anderen toe te laten. Dan is het al lastig dat je in een huis woont met je moeder, waarmee je ook af en toe praten moet. Als je vader dan ook nog dicht op je huid zit en elke keer appjes stuurt, dan is dat veel. Ik leerde om haar de ruimte te geven die ze nodig had.’
Hoe heeft deze ervaring je gevormd?
‘Ik ben nu samen met Heleen vrijwilliger bij Transvisie. Ik vind het echt fantastisch dat zij als stiefmoeder daar ook zo actief voor is. Mijn ervaringen probeer ik in te zetten om anderen te helpen. Op de school waar ik werk, begeleid ik een regenboogclub. Het is een veilige plek waar leerlingen zichzelf kunnen zijn. Ik ben trots op de genderneutrale toiletten die we hebben ingevoerd. Een non-binaire leerling vertelde namelijk een keer: “Ik eet ’s ochtends niet en ik drink ’s ochtends niet, want anders moet ik naar de wc als ik op school ben. En dat kan niet: ik kan niet naar de heren-wc en ik kan niet naar de dames-wc.” Het lijkt dus misschien een klein gebaar, maar voor sommige leerlingen maakt het een wereld van verschil.’
Hij voegt toe: ‘De verhalen van leerlingen maken me vaak stil. Eén leerling vertelde me dat hij altijd met het licht uit doucht, omdat hij niet in de spiegel wil kijken. Dat soort dingen raken me diep. Je hoopt dat jongeren van deze leeftijd kunnen genieten van hun leven, maar voor veel trans en non-binaire leerlingen is dat helaas niet vanzelfsprekend.’
Welk advies zou je geven aan andere ouders van trans kinderen?
‘Het belangrijkste is om je kind te steunen, wat er ook gebeurt. Probeer niet te bedenken wat je kind nodig heeft, maar er echt naar te vragen. Vraag ook wat jij kunt doen en luister zonder oordeel. Het kan ook zo zijn dat je kind het (nog) niet aan kan om veel vragen van jou te beantwoorden. Het tempo van je kind is leidend, niet dat van jou. Uiteindelijk gaat het erom dat je er voor je kind bent – onvoorwaardelijk. En vergeet niet om ook goed voor jezelf te zorgen. Blijf de dingen doen die jij leuk vindt en waar je energie van krijgt. Als ouder heb je je eigen proces, en daar mag je tijd voor nemen. Blijf praten met je partner en zoek steun als dat nodig is.’