Gedachten over suïcide kunnen zo dwingend aanvoelen, dat je bang kunt zijn de controle te verliezen. Psychologen Ad Kerkhof en Bregje van Spijker deden jaren onderzoek naar piekeren en suïcidale gedachten en schrikbeelden. Ze vertellen in dit artikel hoe het EMDR-flashforward-protocol de kans op een suïcidepoging kan verkleinen en hoe deze behandeling met snelle oogbewegingen kan helpen om de spanning te verminderen die suïcidale intrusies oproepen.
Hoe EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) de kans op een suïcidepoging kan verkleinen
Veel suïcidaal depressieve patiënten kampen met steeds terugkerende, oncontroleerbare dwangvoorstellingen van hun eigen suïcide. We noemen dit suïcidale intrusies. Patiënten willen helemaal geen suïcide plegen, maar willen van hun suïcidale intrusies af. Zij voelen zich gedwongen om suïcide te plegen, omdat ze hun suïcidale intrusies niet meer aankunnen. Ze komen terecht in een wanhopige strijd tegen hun aanvechtingen en gaan gebukt onder eindeloze, gedetailleerde, kwellende schrikbeelden van hun suïcide. Deze intrusies blijken goed behandelbaar met het EMDR-flashforward-protocol.
Denk jij aan zelfmoord? Praat erover! Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via www.113.nl
Wat gebeurt er tijdens een EMDR-sessie?
Tijdens het EMDR-flashforward-protocol roept de patiënt het meest nare scenario op van diens eigen toekomstige suïcide. Er wordt gevraagd om juist het meest nare moment van dat scenario voor ogen te nemen. Meestal hebben patiënten daar geen enkele moeite mee, aangezien ze dit beeld vaak voor zich zien, en nemen ze het meest frequente en meest kwellende beeld onmiddellijk voor ogen. Vaak vertonen ze hier sterke emoties bij – vooral angst, want ze voelen zich in gevaar. Ze moeten een stilstaand plaatje maken waarin ze van een afstand naar zichzelf kijken (als door de ogen van een vlieg op de muur). De overtuiging die ze hierbij hebben, de centrale negatieve cognitie, is bijna altijd: ik ben machteloos (ik heb geen controle over mijn suïcidepoging).
De spanning die het beeld met zich meebrengt, drukken we uit in Subjective Units of Distress (SUD’s) van 0 tot 10. Vervolgens wordt de patiënt gevraagd naar het beeld te kijken en tegelijkertijd met de ogen de handbewegingen van de therapeut te volgen (eye movements): gewoonlijk van links naar rechts, en weer terug. De therapeut vraagt de patiënt om vrij te associëren op het nare beeld, terwijl verschillende sets van afleidende handbewegingen worden uitgevoerd.
Na enige tijd wordt de patiënt gevraagd terug te keren naar het uitgangsbeeld. We meten opnieuw de SUD: hoeveel spanning brengt het beeld nu met zich mee? Na verschillende sets afleidende handbewegingen hopen we dat de SUD bij 0 uitkomt.
Daarna wordt een positieve cognitie geïnstalleerd tijdens nieuwe oogbewegingen. Een standaard gedachte is: ik kan het aan om naar het beeld te kijken. De geloofwaardigheid van deze cognitie wordt steeds gemeten van 0 (niet geloofwaardig) tot 7 (heel geloofwaardig).
‘Patiënten willen helemaal geen suïcide plegen, maar willen van hun suïcidale intrusies af.’
Wat merkt de patiënt tijdens een EMDR-sessie voor suïcidale intrusies?
Afgaande op de verhalen van onze patiënten hebben we verschillende ervaringen van het EMDR-flashforward-protocol in kaart gebracht. Soms raken patiënten licht in verwarring, het beeld wordt kleiner, alsof het verder weg staat, het beeld wordt minder bedreigend, ze ervaren minder angst voor controleverlies, de ramp waarvoor de patiënt dacht suïcide te moeten plegen (bijvoorbeeld: als ik weer alleen moet wonen, word ik gek van de eenzaamheid) wordt kleiner, of de patiënt merkt dat het beeld hen niet meer raakt (desensitization). Het beeld wordt ontdaan van de angst voor gevaar. De patiënt realiseert zich: ik hoef helemaal geen suïcide te plegen, ik heb controle over mijn emoties.
Soms weten patiënten opeens veel beter hoe ze hun toekomstige ramp kunnen voorkomen. De anticipatie-angst op een hoogstwaarschijnlijke toekomstige ramp wordt afgezwakt naar een meer proportionele verwachting van een niet zo waarschijnlijke toekomstige ramp, die bovendien minder afschrikwekkend is geworden (reprocessing). Kortom, de angst en dwang die eerst aan het nare beeld verbonden waren, blijken nu opeens weg te zijn. Daarmee verdwijnt ook de noodzaak om aan dit soort beelden te ontsnappen en wordt de kans op een volgende suïcidepoging verminderd – althans dat hopen en verwachten wij. De frequentie van de intrusies neemt af en als de beelden in het bewustzijn opduiken, dan is dat met een neutrale stemming. Een grootschalig onderzoek zou nodig zijn om het preventieve effect op al dan niet dodelijke suïcidepogingen te onderzoeken.
Denk je aan zelfdoding? Hulp is beschikbaar: ga naar 113.nl, of bel 0800-0113.
Piekeren en schrikbeelden
Ter voorbereiding op een EMDR-behandeling en bij de begeleiding ervan kun je het boek Piekeren en schrikbeelden. Hoe trotseer ik mijn suïcidale gedachten? gebruiken. Dit boek verschijnt eind augustus.