Heb je last van hersenmist, dan kun je je slecht focussen en werkt je geheugen minder goed dan normaal. Meestal zorgt een opeenstapeling van stress voor hersenmist – je leeft je leven in de overlevingsstand. En als je chronisch in de overlevingsstand staat, is het bijna onmogelijk om even een adempauze te nemen en over je situatie na te denken. Wil je dat je hersenmist optrekt, dan is het tijd voor een psychologische reset. Emotioneel bewustzijn kan je daarbij helpen. Hoe kom je uit de overlevingsstand? Je leest het in deze voorpublicatie van het boek Hersenmist van Jill Weber.
Deze tekst komt uit het boek Hersenmist van Jill Weber, oplossing 4: Overwin de overlevingsstand met emotioneel bewustzijn.
Als jij regelmatig je gevoelens vermijdt, draagt dat zeker bij aan je hersenmist. Want hoe meer je je emoties uit de weg gaat, hoe moeilijker het wordt om te voelen hoe je tegenover de verschillende aspecten van je leven staat, en na verloop van tijd weet je misschien helemaal niet meer wie je bent. Wanneer je je negatieve emoties wegduwt, ervaar je de positieve ook niet meer. Vreugde en plezier worden ongrijpbaar, omdat je niet in staat bent verbinding te maken met jezelf en met je beleving van zo ongeveer alles. Hersenmist sluipt binnen wanneer je geen plezier en voldoening meer uit het leven haalt of als je je losgekoppeld voelt van je ervaringen.
Hoewel emoties geen concrete dingen zijn die we kunnen aanraken, toch hebben ze enorm veel macht over ons leven. Je emotionele wereld vermijden is hetzelfde als een controlelampje op het dashboard van je auto negeren. Je ziet het lampje, maar je doet of het er niet is en je rijdt gewoon door. Uiteindelijk sta je langs de snelweg met rookwolken uit je motorkap.
Het verhaal van Duncan
Duncan was zich er niet van bewust dat hij zijn emoties ontweek, toen hij zich op een dag doodsbang voor therapie meldde. Al drie maanden lang schrok hij ’s nachts wakker van een versnelde hartslag, koud zweet, trillende handen en maagpijn. Telkens als dit gebeurde, dacht Duncan dat hij zou sterven aan een hartaanval. Het patroon hield aan en zijn angst om te gaan slapen nam hem steeds meer in beslag. Urenlang dwaalde Duncan in een staat van ziekelijke slaperigheid door zijn huis. Het slaapgebrek verergerde zijn angsten, en al gauw raakte hij alleen al bij de aanblik van zijn bed in paniek. Hij kon zich niet focussen of op zijn werk concentreren en voelde zich overdag volledig losgezongen van de werkelijkheid, alsof hij slaapwandelde.
Duncan was fit, groot en intelligent, en hij had zich altijd sterker gevoeld dan zijn leeftijdsgenoten. Dankzij dat zelfvertrouwen had hij lastige emoties meestal kunnen negeren of helemaal kunnen vermijden. Maar nu stond hij voor het eerst in zijn leven op instorten.
De angsten begonnen zich ook op andere gebieden te manifesteren. Duncan gaf aan dat elk hobbeltje in zijn leven – een project op zijn werk, een gewijzigde deadline, een wondje op zijn elleboog, een vergeten telefoon – hem in een neerwaartse spiraal deed belanden. Hij trok steeds onmiddellijk de slechtste conclusie: Ik haal deze deadline niet. Ik word ontslagen. Of hij dacht: Misschien moet ik wel geopereerd worden aan mijn elleboog. En als hij zijn telefoon kwijt was: Zonder telefoon ben ik nergens. Dit rampdenken versterkte zijn angstspiraal en maakte hem chronisch nerveus.
Duncan had al van alles geprobeerd voordat hij in therapie ging: voedingsdeskundigen, acupuncturisten, artsen, yogadocenten, een sjamaan, een hyperbare kamer en medicinale cannabis. Maar eigenlijk was hij alleen maar bezig alles in het werk te stellen om zijn emoties te blijven vermijden. Psychotherapie vond hij iets voor ‘mensen die gek waren’ en die alleen maar ‘de hele tijd over hun gevoelens willen praten’. Maar het liep uiteindelijk zo uit de hand dat Duncan geen andere keuze had dan in therapie te gaan. Met angst in zijn ogen smeekte hij me om hem ‘alsjeblieft … alsjeblieft’ te helpen.
Duncan vertelde dat er rond dezelfde tijd dat hij gedwongen werd een nieuwe functie op zijn werk aan te nemen, bij zijn 11-jarige dochter een chronische medische aandoening was vastgesteld. Hij had de gevolgen van deze stressvolle levensgebeurtenissen nooit verwerkt, en die onverwerkte gevoelens brachten helaas alleen maar meer negatieve emoties teweeg, waardoor Duncan uiteindelijk in een crisis belandde. Dat was nooit Duncans bedoeling geweest. Hij had zijn uiterste best gedaan om het hoofd boven water te houden.
Zoals het verhaal van Duncan illustreert, neemt de hersenmist toe als we het onszelf steeds toestaan onze gevoelens uit de weg te gaan. Voor sommige mensen is dit patroon een gevolg van stress: ze hebben gewoon niet de tijd en de energiereserves om over hun gevoelens na te denken. Voor anderen is het vermijden van emoties een aangeleerde gewoonte die misschien al in de kindertijd is begonnen. Misschien hebben jouw ouders of verzorgers je niet geholpen om je eigen emoties te begrijpen en met heftige emoties om te gaan, of ze hebben je geen goed voorbeeld gegeven van een emotioneel gezonde manier van leven. Wat de reden ook is; je ondermijnt jezelf als je je emoties vermijdt, omdat het steeds moeilijker wordt om je te concentreren, je dingen te herinneren en je rustig te voelen.
Vermijden is ondermijnend
Als je je emoties uit de weg gaat, wordt concentreren heel lastig, omdat vermijden veel energie kost. Je bent 24/7 op je hoede: stel je voor dat die gevreesde emotie je ineens overspoelt! Waarschijnlijk houd je je emoties op afstand met een patroon van heel veel denken en heel veel werken, waarbij je je hersenen zo vol stopt met afleidende gedachten dat er geen ruimte overblijft voor diepere gevoelens. Je denkt veel te veel na over alledaagse zaken, gebeurtenissen en details, terwijl die niet het echte probleem vormen. Het is een beetje alsof je je afvraagt of het gaat regenen terwijl het controlelampje van je motor brandt. Hierdoor kun je paniekaanvallen krijgen. Je ontspant even als je slaapt, autorijdt of een alledaagse bezigheid doet, en dan opeens: poef, je belandt in een complete emotionele meltdown. En die paniek maakt het gevoel dat je niet kunt ontspannen alleen maar sterker, wat nog meer stress oplevert.
Het vermijdingspatroon uit zich niet alleen in periodieke paniekaanvallen. Als je je emoties vermijdt of wegduwt, duiken ze geheid weer op, en altijd op zelfondermijnende manieren: via passief- agressief gedrag, dwangmatig werken, obsessief denken, dwangmatig eten, obsessief afvallen of drugs- en alcoholmisbruik.
Waarschijnlijk ben je emotioneel gezien extreem reactief, wat zich uit in inzinkingen, huilbuien, woede-uitbarstingen en overmatig piekeren. Maar het kan ook zijn dat je helemaal vlak en verdoofd rondloopt en dat je vreemd kalm en afstandelijk lijkt.
Op de korte termijn voelt het gewoon gemakkelijker om je gedachten op repeat te zetten en ze op willekeurige doelen te richten – de agenda’s van je kinderen, to-dolijstjes, worstcasescenario’s, angst voor ziekte, zorgen over vrienden of familieleden – dan om stil te staan bij de oorzaak van je gevoelens. Maar als je geen ruimte maakt voor je diepere pijn, kom je nooit achter de emotie die daaraan ten grondslag ligt. Je blijft ongelukkig rondlopen, je blijft lijden en je kunt je leed niet verlichten.
In feite vind je alleen verlichting als je op jezelf afstemt. Dat geeft je de energie en de reserves die je nodig hebt voor andere doelen. Het stelt je in staat om aanwezig te zijn, om je dingen te herinneren, je te concentreren en om prestaties te leveren.
Er is niet één juiste manier van voelen, gevoelens zijn wat ze zijn. Als we niets zouden voelen of ons altijd neutraal zouden voelen, zou het leven er nauwelijks toe doen. We groeien juist als we lastige emoties de ruimte geven. Als we ons bewust worden van onze pijnlijke gevoelens en ze toelaten, gaan we onze voorkeuren, doelen, verlangens en doelstellingen ook beter begrijpen; dit proces geeft op zijn beurt meer betekenis en zin aan je leven. Schakel je deze cruciale innerlijke gegevensbron uit, dan leef je waarschijnlijk met enorme blinde vlekken over jezelf, en over wat er gebeurt in je leven en met de mensen van wie je houdt. Zonder toegang tot je emoties loop je rond met een handicap, die verbinding met anderen bemoeilijkt en het bijna onmogelijk maakt om je tevreden te voelen met jezelf en je leven.
Afstemmen op jezelf
Ga eens bij jezelf na: geloof jij in de mythe dat gevoelens onvoorspelbaar, eng en onveranderlijk zijn en je gek kunnen maken? Net als veel anderen denk je misschien dat mensen alleen maar meer van streek raken als ze hun emotionele pijn onder ogen zien. Dat is niet jouw schuld. Populaire media, goedbedoelende vrienden en familieleden en zelfs sommige therapeuten komen met strategieën aanzetten om je emoties te vermijden, zodat je je niet rot hoeft te voelen. Maar de remedie is eigenlijk precies omgekeerd. Er zijn geen sluiproutes om je emoties te leren kennen; pas als je je pijn hebt gevoeld, hoef je er niet meer bang voor te zijn.
Negatieve emoties zijn onaangenaam, maar zeg nou zelf: heb je ooit een pijnlijk gevoel ervaren dat nooit meer is weggegaan of nooit minder intens is geworden? De overgrote meerderheid van de mensen zal die vraag ontkennend beantwoorden. Dat komt doordat emoties tijdelijk zijn – ze komen en gaan – en veel voorspelbaarder dan de meeste mensen zich realiseren. Ze hebben altijd een bepaald verloop: als je je afstemt op een emotie en die in je lichaam voelt, wordt de emotie intenser, maar daarna neemt zij subtiel in intensiteit af.
Emoties worden minder intens als je ze lucht geeft in je hoofd en ze met vriendelijke, warme aandacht en nieuwsgierigheid tegemoet treedt. Je emoties zijn als een schreeuwend kind dat harder gaat schreeuwen als het wordt genegeerd, maar dat kalmeert als het vriendelijke aandacht krijgt. Naarmate je je gevoelens beter leert op te merken zonder er een oordeel over te vellen, worden ze minder overheersend en krijg je meer mentale ruimte om je te concentreren en van je leven te genieten. De volgende oefening helpt je daarbij.
Oefening: Afstemmen op je emoties
Dit is een oefening om je emoties onder ogen te zien zonder je door de onaangename aspecten ervan te laten overweldigen, en je bent in tien minuten klaar!
- Trek tien minuten uit om je een deel van jezelf voor te stellen dat observeert, los van je gedachten en emoties.
- Wees een nieuwsgierige waarnemer. Merk op waar je gedachten naartoe gaan en welke lichamelijke sensaties daarbij komen kijken. In het begin denk je misschien: Er gebeurt niets. Ik voel niets. Dat komt omdat we gewend zijn het fysieke te vermijden en ons meteen op onze gedachten te richten. Toch gaan de meeste dingen die we voelen gepaard met een fysieke sensatie. Jezelf trainen om je af te stemmen op het fysieke is een uitstekende manier om in te grijpen, voordat emoties intenser worden of helemaal worden uitgebannen.
- Begin bij je kruin en werk naar beneden, door je hele lichaam. Een paar voorbeelden van signalen waarop je kunt afstemmen: een zacht gevoel achter je ogen, zwaarte in je borst, vlinders of gerommel in je buik, spanning in je schouders, een verhoogde hartslag, een wee gevoel in je onderlichaam, benauwdheid. Observeer gewoon welke lichamelijke sensaties er op dit moment aanwezig zijn.
- Benoem de specifieke gewaarwordingen op het moment dat je ze opmerkt, maar blijf ze los van je identiteit of je ik zien: Ik merk dat mijn borst zwaar voelt. Ik neem waar dat mijn hartslag toeneemt (en dus niet: Ik krijg een hartaanval, of: Er is iets helemaal mis met mij). Je gevoelens zijn een kompas, een gids, maar ze zijn niet wie je bent.
- Als je de gewaarwordingen eenmaal hebt geïdentificeerd, kijk dan of je het bijbehorende gevoel kunt labelen: verdrietig, boos, blij, bang … Door al je emoties, niet alleen de positieve, op die manier te labelen en bestaansrecht te geven, ga je je veiliger en meer gegrond voelen.
- Verwelkom elke emotie waarvan je je bewust wordt op een warme, niet-oordelende innerlijke toon. Onthoud dat gevoelens goed noch slecht zijn; ze zijn gewoon wat ze zijn. Fluister tegen jezelf: Welkom verdriet, ik ben blij dat je er bent, of: Ik zie je, woede. Ook als je lastige emoties voelt, kun je van jezelf houden.
- Je gedachten zullen de neiging hebben verschillende kanten op te schieten. Adem rustig in en uit terwijl je je aandacht steeds weer op je gevoel richt: Ik zie je. Ik ben bij je. Of: Ik wil je aandacht geven.
- Probeer je gevoelens te zien als dingen die los van jou staan en die er tijdelijk zijn. Gewaarwordingen en gevoelens komen en gaan. Zodra je een gevoel hebt herkend en hebt gelabeld, trekt het alweer voorbij en komt er een ander voor in de plaats, en vervolgens weer een ander. Je hoeft je kostbare reserves niet te verspillen door jezelf en je emoties uit de weg te gaan. Door op deze manier bij je gevoelens aanwezig te blijven, zul je je beter kunnen concentreren, beter contact kunnen maken met anderen en meer van je leven kunnen genieten.
Je kunt ook verstrikt raken in je gevoelens als je ze internaliseert of ze voor jezelf houdt. Hoe beter je je kunt uiten, hoe gemakkelijker het is om lastige emoties te verwerken en uiteindelijk los te laten.
Hoe je dit doet, en nog veel meer strategieën en oefeningen om van je hersenmist af te komen, vind je in het boek Hersenmist van Jill Weber.
Meer over Hersenmist
Jill Weber, klinisch psycholoog en therapeut, beschrijft in 10 hoofdstukken evenzoveel strategieën die je helpen je focus weer terug te krijgen en vaste grond onder je voeten te voelen. Van het vergroten van je aandacht tot het verminderen van stress en spanning. De oplossingen die Weber aandraagt zijn gebaseerd op bekende elementen uit CGT en ACT.