Steeds meer therapeuten en coaches gaan aan de slag met Acceptance en Commitment Therapy (ACT). Deze populaire en evidencebased vorm van gedragstherapie werkt voor uiteenlopende problematiek, zoals chronische pijn, depressie, angst, dwang, verslaving, eetbuien en psychose. Maar wat is ACT precies? Dit artikel brengt je basiskennis op peil. Lees over de belangrijkste principes van ACT, ontdek de ontstaansgeschiedenis en leer zeven stappen waarmee je in de praktijk aan de slag kunt.
ACT is een succesvolle en evidencebased gedragstherapie die je helpt om gewoonten te veranderen. Het stelt de therapeutische relatie en de context waarbinnen gedrag plaatsvindt centraal. ACT laat zien dat psychisch lijden normaal is en maakt je psychologisch flexibel. Je accepteert waar je geen controle over hebt en leert om te handelen naar jouw waarden.
ACT gaat ervan uit dat gewoonten als piekeren, je terugtrekken, te hard werken en te fanatiek met je gezondheid bezig zijn op zich niet problematisch zijn, maar dat wel kunnen worden als je daar volledig in vastraakt. Dan zit je in wat ACT ‘de inflexibele houding’ noemt. Hoe kom je hier vanaf? Daarvoor moet je eerst een goed beeld hebben van de basisprincipes van ACT.
Alle mensen ervaren op een bepaald moment in hun leven aanzienlijke psychologische pijn. Het labelen van psychische stoornissen is dus minder nuttig.
Basisprincipes van ACT
ACT biedt inzicht in de oorzaak van bepaalde gewoonten en laat zien hoe je deze gewoonten kunt veranderen. Het gaat er bij ACT om dat je leert doen wat werkt voor jou. In ACT-therapie staan steeds vaker therapeutische protocollen centraal die je hierbij kunnen helpen. Protocollen kunnen handig zijn, maar het gevaar is dat de therapie zich te veel op een doel richt in plaats van op het proces. Zo kan acceptatie een doel op zich worden in plaats van onderdeel van een groter geheel. Je wilt daarom niet verwijderd raken van de oorspronkelijke roots van ACT. Houd tijdens ACT-therapie deze basisprincipes dus goed voor ogen:
- ACT komt voort uit de gedragstherapeutische traditie.
De focus moet tijdens therapie daarom liggen op gedrag – dat van de cliënt, maar ook van de therapeut. - ACT kijkt naar het gedrag van mensen binnen het kader van hun geschiedenis.
Vergeet niet dat elk gedrag plaatsvindt in een context die breder is dan de huidige gebeurtenissen of omgeving. - Bij ACT zie je emotionele problemen in de bredere zin van psychisch lijden.
Houd in je achterhoofd dat psychisch lijden normaal is en dat alle mensen op een bepaald moment in hun leven aanzienlijke psychologische pijn ervaren. Het labelen van psychische stoornissen is dus minder nuttig. - ACT wordt in alle contexten toegepast via diepmenselijke, respectvolle en soms pijnlijke interacties.
De therapeutische relatie moet centraal staan tijdens therapie. ACT heeft de beste kans van slagen als zowel de therapeut als cliënt zich volledig inzetten en de therapeut hier ook toe in staat is – denk aan de juiste opleiding en ervaring om met complexe interacties om te gaan.
Ontstaansgeschiedenis van ACT: gedragstherapie en RFT
De Amerikaanse psycholoog Steven Hayes ontwikkelde ACT in de twintigste eeuw, in samenwerking met Kelly Wilson en Kirk Strohsahl. Het is een derde generatie gedragstherapie en leunt sterk op concepten uit de Relational Frame Theory (RFT). Dat laatste zie je terug in hoe belangrijk taal en alle implicaties daarvan zijn.
Het basisidee van RFT luidt als volgt: taal stelt ons in staat om willekeurige stimuli op verschillende manieren samen te brengen. Dit gedrag noemt RFT relateren. De eenvoudigste vorm hiervan is het geven van een naam aan een object, maar het komt ook tot uiting in relatiepatronen. Je kunt bijvoorbeeld anderen aan jou relateren als ‘beter dan jij’, en deze relationele respons kan tal van aspecten van je gedrag beïnvloeden.
Verstarring en vastgeroeste relatiepatronen
Relatiepatronen laten zien hoe taal en gedrag samenhangen. Alleen merk je doorgaans niet hoe automatisch jouw manier van relateren en het gedrag dat daaruit voorkomt verloopt. Hierdoor komen relatiepatronen tot stand en zetten ze zich vast. Deze verstarring is wat ervoor zorgt dat je steeds volgens dezelfde (automatische) patronen reageert op situaties.
Hoe kun je flexibeler worden?
Juist in ACT-therapie onderzoeken therapeut en cliënt samen waar deze verstarring problemen oplevert en hoe je flexibeler kunt worden. Het is daarom belangrijk om de gedragstherapeutische roots en basisconcepten uit RFT voor ogen te houden. Werk je met een geprotocolleerde versie van ACT, dan moet je hier extra goed op letten. Het kan niet zo zijn dat de oefeningen en de gebruikte metaforen een doel op zich zijn. Ze hebben een daadwerkelijke functie. Toch op zoek naar houvast? Je kunt dicht bij de basisprincipes blijven én procesgericht werken met zeven stappen van ACT.
7 stappen van ACT-therapie
Hoe kan je met ACT aan de slag in de praktijk? Denise Matthijssen en Els de Rooij beschrijven zeven stappen van ACT in het boek ACT in balans.
1. Zie waarin je uit balans bent (onderzoeken)
Onderzoek waar je uit balans bent geraakt. Wat doe je nu te veel of juist te weinig? Hiermee krijg je een heel concreet inzicht in wat de therapie moet opleveren of veranderen.
2. Herken waardoor je uit balans raakt (ontwarren)
Probeer te ontwarren hoe mensen uit balans raken en hoe dat proces bij jou is gegaan. Zo leer je om jezelf beter te begrijpen.
3. Focus op jouw waarden (ontluiken)
Hoe kies je jouw focus en richting? Hoe weet je wat werkelijk waardevol en zinvol is? Ontluik hoe je vanuit die focus bewustere keuzes kunt maken.
4. Doe wat werkt voor jou (ontdekken)
Ontdek hoe je acties kunt plannen vanuit authentieke waarden. Hoe weet je wat echt bij jou past?
5. Houd je aandacht erbij (opmerken)
Merk op hoe je je aandacht kan richten op wat écht belangrijk is. Hoe houd je je aandacht bij wat jij denkt, voelt en wilt doen?
6. Maak je los uit gedachten (ontkoppelen)
Leer om minder last te hebben van alles wat ‘moet’, stop met piekeren en ontkoppel jezelf van negatieve zelfbeelden.
7. Laat toe wat je voelt (openstellen)
Hoe leer je om gevoelens en emoties te herkennen en toe te laten? Stel je hiervoor open. Het toelaten van wat je voelt, zorgt ervoor dat je écht kunt doen wat je wilt.
Bij welke problemen is ACT-therapie zinvol?
Het is al even aangestipt: ACT kan helpen bij een scala aan problemen. Denk aan stress, psychische of somatische klachten, zoals angsten (hypochondrie, sociale angst, piekeren, fobieën, paniek, hyperventilatie), depressieve gevoelens, eetproblemen, burn-out, vermoeidheid (CVS) of pijn. Met behulp van ACT kom je erachter hoe iemand zichzelf en de wereld ziet. Je leert om je op een nieuwe manier te verhouden tot psychische of fysieke pijn in plaats van je ertegen te verzetten.
Maar wat maakt ACT echt geschikt voor iemand? De praktijk leert dat ACT een goede therapievorm is voor mensen die:
- willen leren omgaan met psychische of fysieke problemen;
- minder aan de haal willen gaan met hun gedachten;
- zich willen richten op wat echt belangrijk is;
- een doel in hun leven missen;
- hun dromen willen waarmaken;
- meer energie willen ervaren.
Meer weten over ACT?
Wil je aan de slag met Acceptance and Commitment Therapy of er meer over weten? Lees verder in de boeken ACT met hoofd en hart en ACT in balans.