Elke dag maken we tal van beslissingen. Kleine beslissingen, zoals wat we die dag gaan ontbijten, maar ook grote, zoals wat we gaan studeren, waar we gaan wonen en met wie we willen trouwen. Bij deze beslissingen maken we ons niet alleen een beeld van alle positieve uitkomsten, we schatten ook de risico’s in die de beslissing met zich meebrengt. Wat blijkt: we zijn lang niet altijd even goed in het (realistisch) inschatten van deze risico’s. Soms onderschatten we ze, maar soms overschatten we ze ook. Welke vijf denkfouten maken we waardoor we dit doen? Ontdek per factor ook een concrete uitdaging, die je helpt om risico’s realistischer in te schatten. Zo maak je straks betere, weloverwogen keuzes!
Dit artikel komt uit het boek Had ik maar … van Robert L. Leahy – Hoofdstuk 4: Hoe ervaar je risico? – en is bewerkt door de redactie van Boom Psychologie & Psychiatrie.
Ga snel naar:
- Denkfout 1: Non-events vallen ons niet op
- Denkfout 2: We gaan uit van intense beelden
- Denkfout 3: We doen aan emotioneel redeneren
- Denkfout 4: We verwachten kettingreacties en valkuilen
- Denkfout 5: We houden vol: ik kan net die ene zijn
Waarom we risico’s overschatten
Er zijn tien factoren die ervoor kunnen zorgen dat we risico’s overschatten. Als je die in het juiste perspectief leert plaatsen, maak je een kans om het overdrijven van risico’s te laten en te beginnen met het nemen van redelijke beslissingen.
Denkfout 1: Non-events vallen ons niet op
Kun je je voorstellen dat je een nieuwsbericht leest dat begint met: ‘Bijna alles wat er gisteren is gebeurd, gebeurde de dag ervoor ook’? Dit zou nieuws zijn in de categorie non-events. Het zijn uiteraard feitelijke gebeurtenissen omdat ze wel degelijk gebeurden. Maar omdat we er geen aandacht voor hebben als een vliegtuig veilig landt, als we veilig op het werk komen, of als we voedsel eten dat we goed verteren, registreren we deze gebeurtenissen niet als bewijs voor onze veiligheid. Onze op dreiging georiënteerde hersenen concentreren zich op mogelijke en werkelijke dreigingen, niet op de non-events die zich elke dag voordoen. Die non-events zijn werkelijkheid. Maar de angst spoort afwijking van de norm en dreiging op om onze veiligheid te garanderen. Net zoals een muis of konijn gespitst is op beweging in zijn omgeving – dat wil zeggen, verandering – zijn wij ook alert op verandering die zich voordoet. En als we angstig zijn, zien we verandering als gevaar.
Daarom letten we er niet op dat bijna alles hetzelfde is als gisteren. We merken het niet op als alles hetzelfde is als de dag ervoor. Daarom zie je nooit een nieuwsbericht dat begint met: ‘Er is vandaag in je buurt niets ongewoons gebeurd. Mensen gingen naar hun werk, kinderen maakten hun huiswerk niet, en mensen kregen onvoldoende slaap. Het was een dag als alle andere.’ Alleen verandering – gevaar – haalt het nieuws. Hetzelfde geldt voor televisie en film, die vaak een wereld schilderen van verkrachting, chaos, moord en rampen. Niemand maakt een film over iemand die rustig een roman zit te lezen.
‘Verandering en onzekerheid opmerken is ingeprent bij ons, opdat we alert zijn op tekenen van gevaar – daarom zijn we misschien bang dat we spijt krijgen als we iets nieuws doen.’
Uitdaging: Train jezelf om op te merken hoe vaak er niets gebeurt. Je kunt jezelf ervan overtuigen dat gevaarlijke gebeurtenissen weinig voorkomen door gewoon een wandeling van een kwartier in je buurt te maken. Maar deze keer vraag ik je om te proberen zoveel mogelijk details op te merken aan de huizen, mensen, auto’s, bomen en gebeurtenissen om je heen. Als je bent zoals de meeste mensen, zul je beseffen dat je geregeld in deze omgeving loopt, maar er zo aan gewend bent geraakt dat er weinig is wat je nog opvalt. Hetzelfde geldt voor veiligheid en regelmaat. Omdat we geprogrammeerd zijn om aandacht te hebben voor verandering, beweging en gevaar, verwerken we de regelmaat in onze omgeving niet. Zelfs als je tien moorden per dag op de televisie ziet, zul je beseffen dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat je in de rest van je echte leven ooit een echte moord zult zien.
Denkfout 2: We gaan uit van intense beelden
Als we de visuele beelden van een afschuwelijke gebeurtenis zien, zijn we meer geneigd te geloven dat die gebeurtenis zich weer kan voordoen. De visuele beelden hebben een grotere emotionele impact op ons, wat onze inschatting van de dreiging verder versterkt. Als we bijvoorbeeld video’s van een bloedbad of een vuurgevecht zien, onthouden we deze gebeurtenissen niet alleen beter, maar geloven we ook dat de kans groter is dat zoiets gebeurt. Als je anticipeert op toekomstige gebeurtenissen en je hebt een intens beeld van een slechte afloop, dan zul je de kans op die afloop waarschijnlijk groter achten. Een man dacht er bijvoorbeeld over om te gaan scheiden van zijn vrouw en vertelde me dat hij zich kon voorstellen hoe hij jaren later in zijn eentje in een kamer zou zitten huilen omdat hij voor altijd alleen was. Het beeld van zichzelf terwijl hij terneergeslagen zat te huilen was heel levendig en bracht hem ertoe te geloven dat het heel waarschijnlijk was dat hij alleen zou zijn.
‘Een foto is duizend angsten waard.’
Uitdaging: Bedenk dat je iets voorstellen niet hetzelfde is als weten hoe waarschijnlijk het is dat iets gebeurt. Je autoverzekeringsmaatschappij vraagt je niet om je voor te stellen hoe verschrikkelijk het zou zijn als je een ongeluk krijgt. Nee, men kijkt naar gegevens uit het verleden over mensen in jouw leeftijdsgroep die ongelukken hebben gehad en baseren je premie op die gegevens, niet op jouw emotionele beelden. Nogmaals, we baseren onze inschatting van kansen vaak op de beschikbaarheid van informatie en de emotionele intensiteit die daarbij hoort. Als we te veel anticiperen op negatieve resultaten, verwachten we eerder spijt van onze keuzes.
Denkfout 3: We doen aan emotioneel redeneren
‘Ik weet niet wat de kansen zijn, maar ik voel me angstig, dus moet het wel gevaarlijk zijn.’ Dit is emotioneel redeneren, en het is een cirkelredenering: als je je angstig voelt in een vliegtuig, denk je misschien dat het gevaarlijk is om te vliegen, waardoor je nog angstiger wordt. En dan kies je ervoor niet te vliegen. Je kunt aarzelen om een verplichting aan te gaan, te reizen, een investering te doen, een baan aan te nemen, of een nieuwe opleiding te volgen omdat je je angstig voelt terwijl je erover nadenkt.
Uitdaging: Wat als je het normaal vindt om je angstig te voelen als je een verandering doorvoert? Wat als je angst ziet als een gewoononderdeel van het veranderingsproces, zodra je te maken krijgt met veranderingen onzekerheid? Als je de angst opzijzet en je gewoon afvraagt wat de kosten en baten zijn, wat de kans op bepaalde resultaten is, en of je met compromissen en onzekerheden kunt omgaan, dan ben je in staat om een rationele beslissing te nemen, die niet op je emotie gebaseerd is.
Een man die bang was om te trouwen, vroeg me bijvoorbeeld ooit: ‘Als ik bang ben, hoe kan ik dan trouwen?’ Toen we zijn argumenten voor entegen trouwen bekeken, erkende hij dat er een heleboel goede redenenwaren om te trouwen, maar hij had toch wat twijfels. Hij nam aan dat hetbetekende dat het geen goede beslissing was als hij angst en twijfel ervoer.
Dit is een vorm van emotioneel perfectionisme – ik moet altijd goede gevoelens hebben over wat ik wil doen. Je kunt goede redenen hebben voor zorgen of twijfel, maar een beslissing over een verandering moet gebaseerd zijn op feiten, logica en realistische kansen. Je kunt je ook een voorstelling maken van je opties door te bedenken hoe je deze beslissing zou benaderen als je kalm en vol zelfvertrouwen was. Of hoe een vriend die kalm en vol zelfvertrouwen is, zou denken over die opties. Door afstand te nemen van de emotionele redenering kun je rationelere beslissingen nemen, waarvan je minder snel spijt zult krijgen.
‘Angst is een feit als het over je gevoelens gaat, maar het is geen goede gids voor feiten in de toekomst.’
Denkfout 4: We verwachten kettingreacties en valkuilen
Een veel voorkomende fout bij het nadenken over gevolgen is dat je je een kettingreactie van negatieve gebeurtenissen voorstelt die uitloopt op een catastrofe. Iemand die een nieuwe baan overweegt, zou zich bijvoorbeeld kunnen voorstellen dat het in die baan niet goed loopt. Ze stelt zich dan voor dat ze de baan kwijtraakt, zonder werk zit, al haar geld verliest en dakloos wordt. Deze kettingreactie van negatieve gebeurtenissen maakt de angst voor een verandering extra groot.
Toen ik de academische wereld verliet om fulltime klinisch werk te gaan doen, ging ik met mijn vriend Bill een bank voor mijn nieuwe appartement kopen, en ik merkte dat ik rilde. Ik vroeg Bill of het koud was in de winkel. Hij zei van niet en vroeg of ik oké was. Toen besteedde ik bewust aandacht aan wat er allemaal door me heen ging: dit is een dure bank. Ik heb niet veel geld. Ik zal geen patiënten krijgen. Ik eindig failliet in een leeg appartement. De verwarming zal worden uitgezet. Ik werd me ervan bewust dat in mijn gedachten alles de mist inging, waardoor ik me voorstelde dat ik rillend in mijn onverwarmde appartement zat. Gelukkig was ik op dat moment nog als postdoc bezig met cognitieve therapie op de afdeling Psychiatrie van de universiteit van Pennsylvania, waardoor ik mijn opleiding meteen kon gebruiken om mezelf te helpen.
Uitdaging: Bekijk eens goed hoe waarschijnlijk elke gebeurtenis in de kettingreactie is. Toen ik deze gedachten later onder de loep nam, besefte ik dat het vrij waarschijnlijk was dat ik patiënten zou krijgen, vrij waarschijnlijk dat ik een andere baan zou vinden als het met de privépraktijk niet goed ging, en vrij waarschijnlijk dat ik niet failliet zou gaan. Mijn angst voor de toekomst was echter wel reëel, en ik verwachtte dat ik er later spijt van zou krijgen; spijt dat ik het academische leven verliet voor de onzekerheden van een privépraktijk. Gelukkig lukte het me om mijn paniekaanval van me af zetten en te kiezen voor klinisch werk, in plaats van me de gevangene te voelen van mijn angst voor toekomstige spijt.
Verwant aan de plotselinge verandering van kettingreacties is de overtuiging dat we verrast zullen worden door een valkuil als we iets veranderen. We denken soms dat er plotseling onverwacht iets vreselijks zal gebeuren en dat we daar kapot van zullen zijn. Dit kan ook gelden voor je overtuiging dat je, als je een verbintenis met een partner aangaat of een nieuwe baan aanneemt, overvallen kunt worden door bedrog of een faillissement van het bedrijf. En je kunt ook denken dat als je een huis koopt of een investering doet, de hele markt in elkaar zal storten en jij uiteindelijk met lege handen achterblijft.
Denkfout 5: We houden vol: ik kan net die ene zijn
Zeker, net als met het geloof dat het deze keer anders is, kun je ook net de pechvogel zijn die een beslissing neemt die slecht uitpakt, ondanks al het objectieve bewijs dat je vrees in werkelijkheid niet zal uitkomen. Maar je wilt niet door het leven gaan met angst voor elk mogelijk risico. Zo kijk je naar beslissingen op een manier die absolute zekerheid vereist en geen enkel risico.
‘Er bestaat niet zoiets als geen enkel risico.’
Uitdaging: Bedenk dat er geen beslissingen zijn zonder onzekerheid en risico. Als je een nieuwe baan aanneemt, kun jij degene zijn die ze ontslaan. Als je trouwt, kun jij degene zijn bij wie het huwelijk uitdraaitop een scheiding. Als je je geld belegt, kun jij degene zijn die dat ene bedrijf kiest dat al zijn waarde verliest. Als je geen kinderen krijgt, kun je een miserabel leven hebben. Als je dat huis koopt, kun jij degene zijn die al zijn geld verliest. De relevante vraag is niet ‘Kan ik net die ene zijn?’ maar vooral ‘Hoe groot is de kans dat ik net die ene ben?’ Als je denkt dat je spijt kunt vermijden door ervoor te zorgen dat je nooit ofte nimmer de pechvogel kunt zijn, dan zul je nooit tot het besluit kunnenkomen om iets te veranderen. En daar zal later je spijt op gefocust zijn. Vergeet niet dat je ook spijt kunt krijgen van niets doen.
Verder lezen in Had ik maar …?
Ben je benieuwd waarom we risico’s juist ónderschatten? Lees dan dit artikel, zes denkfouten waardoor we risico’s onderschatten. Meer over de andere vijf denkfouten lees je in Had ik maar … In dit boek over spijt leer je beslissingen zo nemen dat je spijtgevoelens minimaliseert, leer je omgaan met de spijtgevoelens die onvermijdelijk zijn en om gevoelens van spijt productief te maken.