Het is juist voor jongeren moeilijk om te praten over gevoelens, zeker als zij het gevoel hebben in dit leven te falen. Schaamte speelt daarbij vaak een grote rol, maar ook een gebrek aan vertrouwen in volwassenen, vooral als een jongere slechte ervaringen heeft met een of meerdere volwassenen. Toch kan het onderwerp suïcide zomaar een keer naar voren komen, bijvoorbeeld als er iets besproken moet worden op school, of bij een afspraak voor een medische behandeling. Als het gesprek goed verloopt, kan dat niet alleen informatie opleveren over of er soms al concrete plannen zijn, maar het is ook een grote eerste stap in het overwinnen van de schaamte of het wantrouwen bij de jongere. Van dit gesprek kan dus veel afhangen. Daarom zal er in dit artikel aandacht besteed worden aan hoe zo’n gesprek gevoerd moet worden: welke vragen moet je stellen en hoe moet je juist níét reageren?
Dit artikel komt uit hoofdstuk 2: Het eerste contact van Praat erover van Jan Meerdinkveldboom en is ingekort door de redactie van Boom Psychologie & Psychiatrie.
Denk jij aan zelfmoord? Praat erover! Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via www.113.nl
Hoe de gedachten van zelfdoding hardop uitgesproken worden
De manier waarop een jongere suïcidale gedachten onder woorden brengt kent vele variaties. Van het iets vagere: ‘Het hoeft van mij niet meer’, of ‘Ik wou dat ik ervan af was’, tot het concretere ‘Ik ben liever vandaag dan morgen dood’ en ‘Volgende week maak ik er echt een eind aan’. Het kan fluisterend, provocerend, benauwd, angstig of smekend gezegd worden. Soms lijkt een jongere het bijna terloops te zeggen, soms zijn de spanning en de wanhoop zichtbaar. Hoe dan ook heeft zo’n opmerking vaak veel effect. Moet je hier iets mee? En wat dan?
! Soms lijkt het uiten van suïcidale gedachten en voornemens op aandachttrekkerij, en een enkele keer lijkt ergens hun zin in krijgen het doel te zijn. Wat de intentie ook is, neem de uiting altijd serieus! Als je in gesprek blijft, zal duidelijk worden wat de werkelijke oorzaak is van hun ontevredenheid of verdriet.
Eerste hulp
Het feit dat de jongere jou in vertrouwen neemt, hoe toevallig dat ook kan zijn, biedt de mogelijkheid om ‘eerste hulp’ te bieden of de benodigde hulp in gang te zetten. Als deze kans benut wordt, is de prognose meestal gunstiger. Je moet er dus iets mee, namelijk: een goed gesprek voeren. In dat gesprek moet de jongere zich gehoord én gesteund voelen, wat het eventuele verminderde vertrouwen in volwassenen zal verbeteren. Een afwijzende reactie heeft een omgekeerd effect. De kans dat de jongere vervolgens een andere volwassene in vertrouwen zal nemen wordt dan alleen maar kleiner.
Eerste reactie
Wat je voelt en wat er bij je opkomt wanneer een jongere over diens suïcidale gedachten vertelt, varieert van persoon tot persoon. Het kan lastig zijn om de meest passende reactie te vinden. Probeer in elk geval je eigen emotie zo veel mogelijk binnen te houden. Dat kun je doen door even diep adem te halen en bijvoorbeeld eerst te zeggen:
‘Wat je me nu zegt, verwachtte ik niet van je. Ik wil er verder met je over praten, maar ik moet even nadenken hoe ik dat het beste kan doen.’
Door je gedachten weer bij elkaar te rapen kun je beter reageren, niet te veel gehinderd door de schrik en ontsteltenis.
Het belangrijkste is om met interesse te reageren. Als je een klein beetje bekomen bent van de schrik, zeg je bijvoorbeeld:
‘Oef, daar schrik ik van. Ik wil er graag meer over weten, want je zegt iets wat erg belangrijk is.’
Door interesse te tonen geef je aan open te staan voor een gesprek, en door niet te oordelen geef je de jongere de ruimte om eerlijk en open te zijn. Als een jongere merkt dat je enorm geschrokken bent, wordt het namelijk moeilijker om jou verder te ‘belasten’. En het gevoel anderen tot last te zijn, is bij suïcidale mensen en jongeren vaak toch al sterk aanwezig. Door aan te bieden er verder over te willen praten laat je weten dat dit voor jou géén belasting is en dat je graag je tijd en aandacht aan de jongere wilt besteden.
Wat zijn de regels voor zo’n belangrijk gesprek?
Zoals gezegd is het vaak de eerste keer dat de jongere zo bevraagd wordt. Er hangt veel van af. Het gesprek vermindert niet alleen de schaamte die de jongere voelt (als je suïcidaal bent, ben je immers een ‘loser’, zo vinden ze), maar zorgt er ook voor dat het onderwerp daarna steeds weer ter sprake gebracht kan worden. Vragen stellen leidt tot meer contact en met die vragen haal je iemand uit diens starre denkpatronen. Dat is belangrijk omdat jongeren met suïcidale gedachten vaak niet meer kunnen zien welke mogelijkheden er voor hen nog wél zijn. Ze hebben een tunnelvisie op hun leven.
Wat moet je níét zeggen tegen een suïcidale jongere?
- ‘Je wilt niet echt dood.’ Hierdoor kan iemand geneigd zijn zich te willen bewijzen, dus je bereikt het tegenovergestelde. Alles altijd serieus nemen is de grondhouding.
- ‘Zet deze gedachten opzij.’ Dit gaat niet, deze gedachten zullen toch wel blijven, al dan niet als gepieker. Denk aan de eerdergenoemde tunnelvisie.
- ‘Het komt wel goed.’ Dat gelooft diegene op dat moment toch niet, anders was die niet zo wanhopig geweest om aan doodgaan te denken.
Denk jij aan zelfmoord? Praat erover! Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via www.113.nl
Meer handvatten uit Praat erover
Hoe moeilijk het ook is, toon tijdens het gesprek geen angst, ook niet als je hoort van vergaande plannen en voornemens. Lees meer over waar je op moet letten in het boek Praat erover, waarin jeugdpsychiater Jan Meerdinkveldboom zijn jarenlange gesprekken met suïcidale kinderen en jongeren omzet in waardevolle inzichten. Dit boek, verrijkt met uitgebreide vragenlijsten over wat wél en wat niét te zeggen tegen jongeren die met zelfmoordgedachten worstelen, biedt tevens praktische handvatten voor docenten, ouders, verzorgers en andere begeleiders.