Heb je iets schokkends of traumatisch meegemaakt, zoals geweld of een ernstig ongeluk? En heb je last van langdurige klachten? Denk aan hevige emoties, hartkloppingen of verontrustende nachtmerries. Dan kunnen dit tekenen zijn van een posttraumatische stressstoornis (PTSS), een aandoening die zich ontwikkelt na het ervaren van een traumatische gebeurtenis. Maar wat zijn precies de kenmerken van PTSS, hoe ontstaat het, en wat zijn de behandelingsopties? Deze vragen worden in dit artikel behandeld om een beter begrip te krijgen van PTSS.
Waar wil je meer over weten?
- Het verschil tussen PTSS en een trauma
- De kenmerken van PTSS
- Complexe PTSS en de kenmerken daarvan
- Hoe PTSS zich kan ontwikkelen
- Behandeling PTSS
- Kinderen en PTSS
- 5 basistips voor omgaan met PTSS
Wat is het verschil tussen PTSS en een trauma?
Trauma en PTSS worden vaak in dezelfde adem genoemd, en dat is ook logisch. Ze hebben veel met elkaar te maken. Toch zijn het twee verschillende dingen: er is sprake van een trauma als je een bepaalde ervaring of een schokkende gebeurtenis niet kunt loslaten. Maar zijn de klachten langer dan een maand aanwezig, dan is er mogelijk sprake van PTSS. Dit is een stoornis wat voortkomt uit een onverwerkt trauma. Over het algemeen heb je meer mensen met een trauma dan mensen met PTSS. Toch is het belangrijk om PTSS bij jezelf of iemand anders op tijd te herkennen.
Wat zijn de kenmerken van PTSS?
Een posttraumatische stressstoornis ontstaat doordat je een nare of schokkende gebeurtenis niet goed hebt verwerkt. Kenmerken van PTSS zijn bijvoorbeeld:
- Herbelevingen. De nare gebeurtenis overheerst in je herinneringen, gedachten en nachtmerries.
- Somatische klachten. Als de herinneringen je overspoelen, krijg je hartkloppingen of begin je te zweten of trillen.
- Vermijding. Je wilt niet in de buurt zijn van plekken, mensen of dingen die je aan de traumatische gebeurtenis herinneren.
- Negatieve gedachten en gevoelens. Je voelt je gespannen en onrustig en hebt minder behoefte aan sociaal contact.
- Snel schrikken en voortdurend alert zijn. Je bent schrikachtig, op je hoede en hebt slechte concentratie.
- Moeite met slapen. Je hebt moeite met ontspannen en last van nare dromen.
Wat is complexe PTSS (c-PTSS)?
Heb je op jonge leeftijd langdurig iets traumatiserend meegemaakt? Dan ontwikkel je mogelijk een complexe posttraumatische stressstoornis (c-PTSS). Voorbeeld van complexe trauma is lichamelijke of geestelijke mishandeling, seksueel misbruik of fysieke of emotionele verwaarlozing. Langdurige trauma beschadigt het gevoel van veiligheid dat je als kind nodig hebt en heeft verwoestende gevolgen voor de hersenen.
Wat zijn de kenmerken van c-PTSS?
C-PTSS heeft vaak dezelfde kenmerken als PTSS. Daarnaast ondervind je diepgaande psychische gevolgen op het gebied van zelfperceptie, regulatie van emoties, relaties met anderen en betekenisgeving. Hoe ziet dit eruit? Denk aan de volgende kenmerken:
- Dissociatie. Het kan voelen alsof je gedachten, emoties of herinneringen niet bij jou horen of je voelt je vervreemd van je (sociale) omgeving.
- Problemen met emotieregulatie. Je raakt snel overspoeld en bent moeilijk te kalmeren.
- Zelfdestructief gedrag. Je beschadigt jezelf of vertoont gevaarlijk gedrag richting anderen.
- Een negatief zelfbeeld. Je hebt last van schaamte en schuldgevoel en hebt weinig vertrouwen in jezelf.
- Moeite met sociale contacten. Je vindt het moeilijk om relaties en vriendschappen aan te gaan en te onderhouden. Je vertrouwt anderen niet en voelt je snel onveilig.
Hoe ontwikkelt PTSS zich?
Trauma heeft diepgaande gevolgen voor je lichaam, geest en hersenen. Traumadeskundige en psychiater Bessel van der Kolk spreekt van traumasporen: sporen die traumatische gebeurtenissen achterlaten in je gedachten, gevoelens en fysieke gesteldheid. Posttraumatische stress verandert letterlijk de bedrading van je hersenen.
Bessel van der Kolk wijst op veranderingen in de regulatie van stresshormonen en een reset van alarmsystemen in de hersenen. Dit veroorzaakt een verandering in je gevoeligheid voor waarneming van dreiging en gevaar, ook bij ogenschijnlijk onschuldige gebeurtenissen. Je lichaam staat als het ware in de overlevingsstand.
Dit verklaart veel posttraumatische stressklachten, zoals somatische reacties, vermijding, voortdurend alert zijn, dissociatie en slecht slapen. Het zijn vecht-, vlucht- of bevriezingsreacties. Je verliest als het ware contact met de kern van je eigen zelf: een belichaming van het gevoel aanwezig te zijn en te leven in het hier-en-nu. Kijk voor meer informatie naar deze presentatie van Bessel van der Kolk voor Big Think+:
Risicofactoren voor PTSS
Waarom ontwikkelt de ene persoon wel PTSS na een heftige gebeurtenis en de ander niet? Dit weten we niet zeker. Iedereen kan in principe PTSS krijgen na het meemaken van een traumatische gebeurtenis.
Wel zien we bepaalde risicofactoren. Ten eerste zit het in de aard van de traumatische gebeurtenis zelf. Denk aan lichamelijk of seksueel geweld, oorlog of een bedreiging van je leven. Ten tweede heb je meer kans op PTSS als je weinig steun ervaart van andere mensen. Of als je in je jeugd niet hebt geleerd om met problemen en moeilijke emoties om te gaan.
Tot slot hebben bepaalde beroepsgroepen een hoger risico, namelijk als je te maken krijgt met agressie, geweld en de dood. Denk bijvoorbeeld aan militairen, machinisten en hulpverleners bij politie, brandweer, ambulance of in het ziekenhuis.
Hoe behandel je PTSS?
De eerste stap is vaak naar je huisarts gaan. Hij of zij verwijst je dan door naar een psycholoog of psychiater. Die begint meestal met een klinische diagnostiek van je klachten. Jullie stellen een anamnese op: je voorgeschiedenis en ontwikkeling van je klachten.
Heb je de diagnose PTSS gekregen? Dan zijn er verschillende traumagerichte therapieën beschikbaar:
Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR)
Je roept je een voorstelling van het trauma op, terwijl jouw behandelaar je hersengebieden stimuleert met vingerbewegingen of klikjes via een koptelefoon. EMDR brengt op deze manier de verwerking van het trauma op gang en vermindert de emotionele lading.
Exposuretherapie
Je gaat onder begeleiding van je psycholoog in gedachten terug naar de gebeurtenis (imaginaire exposure). Door de blootstelling doven de traumareacties geleidelijk uit. Een andere manier is om je hele levenslijn te verbeelden, inclusief positieve gebeurtenissen (narratieve exposure). Zo leer je het trauma een plek te geven.
Cognitieve therapie
Cognitieve therapie leert je op een andere manier na te denken over de gebeurtenissen. Je leert bijvoorbeeld om je gedachten positiever en realistischer te maken. Dit geeft vaak rust. Een andere vorm is schrijftherapie: je gaat schrijvend aan de slag met je traumaverhaal.
Lichaamsgerichte behandeling
Bessel van der Kolk wijst erop dat praten over je trauma soms juist het alarmsysteem van je hersenen activeert. Lichaamsgerichte therapieën bieden hier een goede uitkomst. Denk bijvoorbeeld aan neurofeedback, biofeedback en mindfulness. Het doel is om je lichaam en brein weer in een rusttoestand te brengen.
Kinderen en PTSS
Posttraumatische stressklachten bij kinderen uiten zich anders dan bij volwassenen. Voor jonge kinderen met PTSS wijkt het speelgedrag af. Het spel is repetitief, dwangmatig en heeft een letterlijke en minder fantasierijke betekenis. Ook hebben kinderen met PTSS mogelijk nachtmerries zonder herkenbare inhoud of ontwikkelingsproblemen op het gebied van zindelijkheid of taal. Woorden geven aan hun gevoelens of herinneringen is moeilijk voor kinderen.
Kinderen vertonen na een traumatische gebeurtenis soms kenmerken die lijken op een (oppositionele) gedragsstoornis, ADHD, affectieve stoornis, angststoornis of aanpassingsstoornis. Goede diagnostiek is daarom van belang.
5 basistips voor omgaan met PTSS
Heb je PTSS of heb je vermoedens dat je partner of kind lijdt aan PTSS? Het belangrijkste is om goede professionele hulp te krijgen. Neem contact op met een huisarts of psycholoog als de klachten erger worden of ze jou of je naaste belemmeren in het dagelijkse functioneren.
Houd daarnaast de volgende 5 basistips in gedachten:
- Gun jezelf de tijd om je ervaringen te verwerken.
- Houd een vast dagritme aan en eet gezond en regelmatig.
- Blijf in beweging en ga naar buiten. Ga bijvoorbeeld wandelen, fietsen of hardlopen.
- Neem geen alcohol, drugs of kalmeringsmiddelen.
- Zoek contact met lotgenoten.
Er zijn verschillende hulp- en advieslijnen waar je 24/7 terechtkan: Sensoor, Slachtofferhulp, 113 Zelfmoordpreventie en Veilig Thuis.