Grübeln, to worry, torturer l’espirit. Alleen al aan de klanken kun je horen dat het hier niet veel goeds betreft. Piekeren, dus. Iedereen heeft er weleens last van. ‘Hoe vaker je piekert, des te beter je erin wordt,’ staat in de herziening van het zelfhulpboek Piekeren. Hoog tijd dus om uit te zoeken hoe piekeren werkt en – niet geheel onbelangrijk – hoe je ermee stopt. In dit interview spreken we Ad Kerkhof, emeritus hoogleraar klinische psychologie, psychopathologie en suïcidepreventie aan de VU. In 2007 kwam de eerste versie van Piekeren uit. Waarom koos hij ervoor om over dit onderwerp te schrijven? En waar piekert hij zelf over?
Het hulpboek Piekeren bestaat al jaren. Wat is er precies veranderd in deze herziening?
Nieuw is het taalgebruik. Een taalvaardige redacteur heeft de instructies voor de oefeningen veel duidelijker gemaakt, waardoor ze nu nog beter te volgen zijn. Bovendien zijn er wat ouderwetse woorden uitgehaald en vervangen door modernere. Zo schreef ik enkele malen over ‘muizenissen’, maar jonge mensen kennen dat woord niet meer. Daarom is daar gewoon ‘piekergedachten’ van gemaakt. Het is ook allemaal wat strakker gemaakt, de oefeningen sluiten nu nog beter op elkaar aan.
Ook vind je in de herziene editie een extra hoofdstuk voor de doorgewinterde piekeraars onder ons, die soms langdurige en krampachtige piekerepisodes hebben.
Waarom ben je over piekeren gaan schrijven?
Piekeren is zo’n belangrijk probleem in de geestelijke gezondheidszorg. Bij bijna alle problemen speelt piekeren een belangrijke rol. Sterker nog, veel van de later optredende psychische problemen begonnen ooit met gespannen gepieker. Maar ook mensen zonder een psychische aandoening hebben er vaak veel last van.
‘Ik vind piekeren eigenlijk een soort mentale verkoudheid: iedereen heeft het wel eens en de meesten komen er weer snel overheen. Maar degenen die verkouden blijven, die dus blijven piekeren, hebben daar veel last van.’
Wat is het grootste obstakel waar mensen die piekeren tegenaan lopen?
Het idee dat je je gepieker niet meer in de hand hebt. Dat je er geen controle meer over denkt te hebben. Dan ben jij niet meer de baas over je gedachten, maar zijn je gedachten jou de baas.
Pieker jij zelf wel eens? Of ben je een verlicht mens?
Ik was Zuid-Nederlands kampioen Piekeren. Ik piekerde mijn hele leven dat ik niet goed genoeg was. Maar inmiddels pieker ik een stuk minder.
Wat is de belangrijkste boodschap voor mensen die veel piekeren?
Je kunt snel de controle weer terug krijgen over je gepieker als je de oefeningen uit dit boek zorgvuldig toepast. Dan leer je je gepieker te starten, uit te stellen en te stoppen. Je wordt zo weer de baas over je eigen gedachten.
Is er een cliënt die enorm veel last had van piekeren, die je is bijgebleven?
Een oud-cliënt van me piekerde veel over wat hij allemaal verkeerd zou kunnen doen op een dag. Hij piekerde niet alleen over wat hij verkeerd had gedaan die dag, maar ook over mogelijke fouten die hij niet eens had gezien. Ik heb hem geprobeerd te leren dat hij best fouten mocht maken. Dat dat helemaal niet zo erg is. Maar het was een hele klus om hem zo ver te krijgen dat hij dat begreep.
Meer over Piekeren (herziening)
Het zelfhulpboek Piekeren biedt tips, oefeningen en scorelijsten om beter te piekeren. Dat wil zeggen: zonder dat je er last van hebt. Stop met piekeren in 4 stappen. Lees meer over dit boek.