Controle is in het Nederlands een beetje een vies woord. Controleren, checken, beheersen, bepalen. Niemand wil een ‘controlfreak’ genoemd worden. Het is heel vervelend als iemand over je schouder meekijkt met alles wat je doet. Maar tegelijkertijd houdt niemand ervan om de controle te verliezen. En we komen controle op allerlei manieren tegen; als cliënten zeggen dat ze het gevoel hebben de controle kwijt te zijn, als je plan in duigen valt, of als alles lekker op rolletjes loopt. Hoe zit dat eigenlijk? Wat is controle dan precies, als je er echt bij stilstaat? Je leest er meer over in dit artikel.

Deze voorpublicatie is gebaseerd op hoofdstuk 1, Controle, uit het boek Alles onder controle van dr. Eva de Hullu, en is in samenwerking met de auteur bewerkt en ingekort door de redactie van Boom Psychologie & Psychiatrie.
Experiment: controle en controleverlies
Je kunt controle en controleverlies heel makkelijk zelf ervaren, als je dit korte experiment uitvoert:
Pak een glas water en zet het heel dicht tegen de rand van de tafel. Schuif het nog iets verder over de rand, zodat het nog net blijft staan. Kijk er even naar, van een afstandje, zonder het aan te raken. Wat merk je?
Merk je op dat het spannend is? Nee? Schuif het glas dan nog iets verder over de rand. Merk je dat je onrust voelt in je lijf? Dat je iets wilt doen om de situatie te veranderen?
Waar wil je eigenlijk dat het glas staat? Zet het daar maar neer. Wat merk je nu?
Als het goed is, is de onrust weg op het moment dat je glas veilig staat. Dat is controle. Je wilde dat het glas stabiel stond, en je kon het (bijna) niet laten om in te grijpen op het moment dat dit niet zo was. Als de situatie is zoals je wilt dat die is, dan is er controle, en is je ongemak verdwenen. Zo kan je controle in je dagelijks leven heel makkelijk herkennen. Maar hoe werkt dat dan precies?
De psychologie achter cruise-control
Dit begrip van controle, dat het erom gaat dat je een gewenste ervaring bereikt en behoudt, werd in de jaren zestig uitgewerkt door de Amerikaanse onderzoeker William T. Powers. Als elektrotechnicus was hij heel bekend met controlesystemen, die bijvoorbeeld als cruise-control de snelheid van je auto stabiel houden, maar hij raakte gefascineerd door wat deze kennis voor de psychologie kon betekenen. Hij kwam erachter dat levende wezens voortdurend controle houden over variabelen die voor hen van belang zijn. De principes van homeostase kennen we natuurlijk uit de biologie, maar Powers ontdekte dat de principes van controle veel breder gelden. Hij ontwikkelde de Perceptual Control Theory (PCT), waarin hij verklaart hoe alle gedrag tot doel heeft bepaalde percepties in een gewenste toestand te brengen en te houden.
Al ons gedrag is controle van perceptie
In de psychologie komen we controle wel eens tegen, als het gaat om impulscontrole of controle over je emoties. Powers liet zien dat alle controle gaat over de controle van je perceptie. Je zorgt ervoor dat je perceptie (je beleving of ervaring van de situatie) zo is zoals je wilt dat die is. Al ons gedrag is controle van perceptie. Dat idee werkte hij uit in een functioneel model: een diagram zoals ook in de techniek nodig is als je iets wil bouwen dat werkt.

Dit is een voorbeeld van een enkele controlecyclus, dat we gebruiken om controle uit te leggen. In werkelijkheid controleer je vanuit een gelaagd netwerk van ontelbare controlesystemen die met elkaar verbonden zijn, waardoor we ook heel complexe percepties kunnen controleren. Maar als je controle wil begrijpen, dan bevat ook een enkel systeem zoals dit de essentie.
De gecontroleerde variabele
Controle is een voortdurend, cyclisch proces, dus het maakt niet echt uit waar we beginnen. Maar laten we beginnen bij de perceptie die je controleert. Dat noemen we de gecontroleerde variabele. Het controlesysteem zorgt ervoor dat die gecontroleerde variabele in een bepaalde toestand komt of blijft. Je kunt bijvoorbeeld een bepaalde zintuiglijke waarneming onder controle houden. Je wilt ervaren dat het glas water stabiel en veilig op de tafel staat en er niet vanaf valt. Je houdt dus de positie van dat glas onder controle. Het kan ook om complexere, abstracte ervaringen gaan, bijvoorbeeld dat je door het lezen van deze tekst wil begrijpen wat controle is.
Voorbeelden zijn overal. Als je auto rijdt, is de afstand tussen jouw voertuig en het voertuig voor je, één van de gecontroleerde variabelen die je bewaakt. Een gecontroleerde variabele kan je herkennen doordat je elke verstoring bijna automatisch corrigeert. Als je iets niet begrijpt, lees je de tekst nog eens. Als de auto voor je langzamer gaat dan jij, rem je af zodat de afstand tussen jullie niet gevaarlijk klein wordt. Of je haalt in. Door die handelingen zorg je ervoor dat iets dat je belangrijk vindt, stabiel blijft op een bepaalde toestand.
De referentiewaarde van het controlesysteem
In welke toestand je iets houdt, of waar welk doel je precies streeft, wordt bepaald door de referentiewaarde van het controlesysteem. Dat is het doel, je wens of hoe je precies wilt dat de situatie is. In het voorbeeld met het glas water heb je een beeld van hoe je zou willen dat het glas staat: op een veilige plaats. Deze referentiewaarde geeft richting aan het hele systeem en bepaalt dus de waarde van de gecontroleerde variabele, zoals een veilige positie van het glas, of het glas op een bepaalde plek op tafel. Als je het experiment met het glas met iemand anders doet, merk je dat de ander het glas liever op een andere plek ziet staan. Je hebt dan dus verschillende referentiewaarden voor de positie van het glas. Ook tijdens het lezen van deze tekst heb je bepaalde wensen voor hoe het moet zijn, zoals de grootte van de letters, het contrast, de afstand van je ogen tot het scherm.
De inputfunctie: wat je ervaart
Om iets onder controle te houden, moet je ook in beeld hebben wat de huidige toestand is. Dat zie je in het figuur in de inputfunctie. Die staat voor wat je nu hebt, wat je nu ervaart, wat je huidige beleving van de situatie is. In het voorbeeld is dat het glas dat op een randje balanceert. Controle bij complexe systemen (zoals dieren of mensen) bestaat altijd uit meerdere lagen van samenwerkende controlesystemen. Daardoor kan een inputsignaal relatief eenvoudig zijn (bijvoorbeeld de afstand die je waarneemt tussen twee voertuigen op de weg) of heel complex (bijvoorbeeld het gevoel dat je gelukkig bent in je relatie).
De referentie en de input worden voortdurend vergeleken: hoe is de huidige toestand in vergelijking met de gewenste toestand?
De error: het onrustige gevoel
Het verschil tussen de input en de referentie noemen we de error. Die error is vaak voelbaar: als iets niet goed is, dan merk je dat op. Je wordt onrustig als het glas daar zo gevaarlijk op de tafelrand staat. Het controlesysteem werkt vanuit de principes van negatieve feedback. Dat betekent dat het systeem ernaar streeft om die error, dat verschil, zo klein mogelijk te houden. Je wilt dat de situatie die je ervaart zo veel mogelijk lijkt op de situatie zoals je die wenst. Anders heb je dat vervelende, onrustige gevoel. Als de error heel groot is – als het om iets heel belangrijks gaat – dan ervaar je die error als een emotie zoals bijvoorbeeld angst, woede of paniek.
De output: verklein de error
Zonder dat je het doorhebt, handel je om de error te verkleinen. Je doet om het even wat om je ervaring goed te maken. Je leest dat je het glas veilig mag zetten en duwt het opgelucht een stukje terug de tafel op. Nu is het weer goed. Dit is je output: alles wat je doet om ervoor te zorgen dat de error kleiner wordt. Die output is variabel: het maakt niet uit wat je doet, als het de error maar vermindert. Om dat onrustige gevoel van het bijna vallende glas te stoppen kun je heel veel verschillende dingen doen. Je kunt het glas oppakken, het verschuiven, het leegdrinken of er een emmer onder zetten. Al die dingen zorgen ervoor dat het glas in jouw beleving veilig is en de error verdwijnt. Je handelt om de error te verminderen, en als er geen error is dan handel je niet.
Een controlesysteem vol wensen en handelingen
Controle van perceptie is een continu proces, zonder begin of einde. Je neemt voortdurend de huidige toestand waar, je vergelijkt die voortdurend met de gewenste toestand en je handelt ook voortdurend om het verschil zo klein mogelijk te houden. Het handelen gaat door zolang er een error is en stopt zodra de error is opgelost. Je houdt een bepaalde perceptuele variabele onder controle en doet wat nodig is om die gewenste toestand te behalen of te behouden. Het controlesysteem bevat onze wensen, verlangens en idealen (referenties), onze beleving, ervaring, gevoelens (perceptuele input) en ons gedrag, ons handelen, alles wat we doen in de wereld (output). Dit kleine model bevat alle grote aspecten van ons menselijk functioneren.
Sta eens stil bij wat je op dit moment aan het doen bent. Kun je daarin de controle ontdekken? Je bent bijvoorbeeld deze tekst aan het lezen. Welk doel dient dat? Wat probeer je te bereiken? En lukt dat? Misschien heb je wel een kop thee naast je staan. Neem een slok. Welk gevoel streef je na? Wat maakt het je uit hoe heet of koud de thee is? Hoe moet de thee voelen in je mond? Hoe kantel je het kopje, en hoe verandert dat bij elke slok? Wanneer zet je je kopje weer terug op tafel?
Om controle in je eigen leven op te merken, kun je opletten bij alle handelingen die je uitvoert. Niet alleen je bewuste handelingen, maar ook de onbewuste: alles wat je doet, doe je om percepties te controleren. Als je je hoofd beweegt, dan is dat omdat die beweging iets mogelijk maakt. Bijvoorbeeld om iets te bekijken vanuit een andere hoek, of om een spiertje in je nek te ontspannen. Als je opstaat van je stoel, is dat omdat je een bepaalde wens of doel hebt. Bijvoorbeeld om iets te gaan pakken of te gaan bewegen. Je kunt je bij alle mogelijke handelingen afvragen wat het doel, bewust of onbewust, erachter is. Wat probeer je in een bepaalde toestand te brengen of te houden? Op dezelfde manier kun je stilstaan bij de onrust in je systeem. Voel je je ongemakkelijk, geïrriteerd of gefrustreerd? Ga dan na wat er niet precies goed is. Waar verlies je de controle?
In het boek Alles onder controle wordt uitgewerkt hoe controle precies werkt. Daardoor ga je psychologie op een hele nieuwe manier begrijpen. Als al je gedrag controle van perceptie is, dan is gedrag dus nooit onverklaarbaar. Tenminste, als je het bekijkt vanuit het perspectief van de persoon die het gedrag uitvoert; die probeert immers iets te bereiken.
Een nieuwe blik op de psychologie
Vanuit het eenvoudige model van de controlecyclus kun je een complex, gelaagd model uitwerken waarin ook duidelijk gemaakt wordt dat controle heel breed is. Controle betekent ook dat het je lukt om onderscheid te maken tussen wat waar is, en wat onwaar. Dat je een eigen identiteit ontwikkelt en zorgt dat je daarin consistent handelt. Dat je vertrouwen hebt in wat er op je afkomt. Dat je keuzes kan maken en plannen kan bedenken. Dat je voorspelbaarheid fijn vindt. Dat je kan ordenen en categoriseren, verbanden kan leggen en opmerkt wanneer iets gebeurt of verandert. Dat je patronen kan zien en kan waarnemen en voelen met al je zintuigen. Je hebt dus op heel veel verschillende manieren controle, en kunt die controle ook op veel manieren verliezen. Dit biedt een nieuwe blik op de psychologie.
Je kan symptomen van psychische stoornissen gaan herkennen als tekenen van controleverlies of pogingen om de controle te behouden. Je herkent emoties als error, als teken dat er iets niet is zoals je zou willen dat het is. De perceptual control theory (PCT) wordt door sommigen gezien als een revolutionaire theorie die ons begrip van psychologie grondig kan veranderen. Die in onze wetenschap een paradigmawisseling op gang kan brengen, waardoor we in plaats van een gefragmenteerde verzameling theorieën, een coherent model krijgen dat menselijk gedrag verklaart.
Lees meer in Alles onder controle
In het boek Alles onder controle werkt dr. Eva de Hullu uit hoe controle precies werkt. Daardoor ga je psychologie op een hele nieuwe manier begrijpen. Als al je gedrag controle van perceptie is, dan is gedrag dus nooit onverklaarbaar. Tenminste, als je het bekijkt vanuit het perspectief van de persoon die het gedrag uitvoert; die probeert immers iets te bereiken.
Ben je nieuwsgierig geworden? Heb je vragen of twijfels? Ook dat is error: er is iets dat je wilt weten, maar nog niet weet. Iets dat je wilt begrijpen, maar nog niet begrijpt. Als dat over controle gaat, is de oplossing dichtbij: als je het boek leest, krijg je steeds meer grip op controle.