De Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ) publiceerde recent de cijfers over seksueel misbruik van patiënten in de Nederlandse zorg. Deze cijfers stijgen fors, van 130 in 2020 naar 330 in het afgelopen jaar. Ze geven een beeld van de sectoren, zorgverleners en patiënten om wie dit gaat. Hoewel die inzichten interessant zijn, roept het vooral de vraag op waar deze cijfers toe gaan leiden. De veelgehoorde eerste schrikreacties zoals ‘Dit kan toch niet?!’ en ‘Wat zorgwekkend veel meldingen!’ zijn bekend. Maar wat is er nodig om voorbij die eerste schrikreacties te komen, en in te zien dat dit een serieus onderwerp is in de Nederlandse zorg?
Onvoldoende aandacht voor seksueel grensoverschrijdend gedrag
Dat dit onderwerp nog te weinig aandacht krijgt is een understatement. Natuurlijk zijn er enkele sectoren die stapsgewijs het thema meer en meer op de agenda zetten. De gehandicaptenzorg is er daar een van, en ook binnen de fysiotherapie zijn er langzaam ontwikkelingen. Over de hele linie genomen is het echter droevig gesteld met de vooruitgang op dit thema, vooral vergeleken met andere sectoren zoals de televisie- en sportwereld.
De zorgsector loopt achter. Er hangt een spanning en ongemak rondom #MeToo, waardoor men terughoudend is om het als reëel probleem te zien en te handelen.
Weinig meldingen = weinig problemen?
Daarin schuilt ook direct het risico bij de interpretatie van de cijfers van de IGJ. Voor enkele sectoren zoals de medisch specialistische zorg is het aantal meldingen erg laag. Laat dat alsjeblieft geen argument zijn om van het probleem weg te kijken en het te bagatelliseren. Weinig meldingen kan een teken zijn van onvoldoende aandacht voor dit thema. Het kan ook betekenen dat mensen niet durven of willen melden. Of dit wel doen, maar tegen muren aanlopen. Dat seksueel grensoverschrijdend gedrag in elke sector regelmatig voorkomt is bekend, en internationaal onderzoek staaft dit ook.
Wat er precies onder seksueel grensoverschrijdend gedrag in de zorgrelatie wordt verstaan lees je in dit artikel: Hoe zorgverleners geleidelijk aan afglijden.
Moedige beroepsverenigingen en opleidingen
Hoeveel is genoeg? Welke cijfers en welk beeld is er nodig voordat alle beroepsgroepen seksueel grensoverschrijdend gedrag niet meer zien als zeldzame gebeurtenis, maar het erkennen als risico in de afhankelijkheidsrelatie tussen zorgverlener en patiënt? Wat is er nodig om zorgopleidingen te hebben die verder gaan dan een uurtje college over dit thema, maar serieus werk maken van het voorkomen van en omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag als professionele vaardigheid. Juist in een branche als de zorg hoort men op professionele wijze te zorgen voor de ander.
Handvatten voor de praktijk
Door dit thema actief te agenderen bescherm je patiënten en elkaar. Ik spreek genoeg zorgverleners die er mee aan de slag willen. Zij zien in dat dit nodig is om te doen waarvoor ze er zijn, namelijk patiënten helpen en beter maken, en zeker niet te beschadigen. Diezelfde zorgverleners zijn vaak nog zoekende in hoe dit dan te doen. Gelukkig zijn daar al veel praktische handvatten voor. Zowel voor de individuele zorgverlener als voor de zorgorganisatie die haar zorgverleners hierin wil ondersteunen. Een enkele zorgverlener en bestuurder neemt daarin al het voortouw. De vraag die me rest is: Wie staan op en volgen?
Lees meer in #MeToo in de zorgrelatie
In #MeToo in de zorgrelatie – Dat gebeurt toch niet bij ons?! lees je verhalen van patiënten, zorgverleners en hun collega’s – over flirterige appjes met een fysiotherapeut, aanranding door een huisarts en verboden relaties. We zoomen in op hoe seksueel grensoverschrijdend gedrag ontstaat. Wat doe je als je gevoelens ontwikkelt voor een patiënt? Waar ligt de grens? Hoe ga je om met vermoedens van grensoverschrijdend gedrag door een collega? En hoe draag je bij aan het voorkomen ervan?