Na seksueel geweld komen schuldgevoelens vaak voor. Je voelt je misschien schuldig over het feit dat je je niet genoeg hebt verzet. Je vraagt je af waarom je niets hebt gedaan, waarom je niets hebt gezegd of waarom je niet hebt gevochten. Je geeft jezelf de schuld van wat er is gebeurd. Ook anderen kunnen jou de schuld in de schoenen schuiven, en je verwijten dat je je niet hebt verzet, dat je het seksueel geweld hebt uitgelokt, of dat je eerder iets had moeten zeggen. Met andere woorden: niet de dader van het seksueel geweld, maar jij als slachtoffer krijgt de schuld. We spreken dan van victim blaming. Waarom doen mensen dit? En wat kun je wél vragen aan iemand die seksueel geweld heeft meegemaakt?
Victim blaming komt vaak voor
Een van de verklaringen hiervoor is dat victim blaming een zelfbeschermende functie heeft. Iedereen heeft namelijk een impliciet gevoel van veiligheid. De meeste mensen denken dat zij veilig zijn en dat hun nooit iets ergs zal overkomen. Nare verhalen die ze horen, gaan altijd over anderen, en ze denken: mij overkomt zoiets niet. Als ze dan een verhaal van seksueel misbruik horen dat dichtbij komt, willen ze het liefst nog steeds blijven denken dat dat hen nooit zou overkomen, en dat ze dus veilig zijn. Door jou de schuld te geven, wanen ze zichzelf nog steeds veilig; zelf zouden ze het immers heel anders doen in zo’n situatie.
Daarnaast zijn er ook nog steeds veel misvattingen over seksueel geweld, en is er te weinig bekend over de overlevingsreacties die mensen kunnen hebben, zoals vrede bewaren en verlammen. De meeste mensen nemen ten onrechte aan dat zij zich wél succesvol zouden hebben verzet in een vergelijkbare situatie.
‘Dat was mij niet gebeurd hoor’, ‘Als mij dat was overkomen, had ik hem een harde schop gegeven’, ‘Ik zou heel hard gaan gillen.’
Je kunt ook nog last hebben van negatieve oordelen die je zijn aangepraat door de dader. Dat is dikwijls onderdeel van het seksueel misbruik, en had als functie om jou klein te maken, zodat je slachtoffer bleef.
‘Het is jouw schuld dat dit allemaal gebeurt, jij bent degene die mij verleid heeft’, ‘Jij bent zo dom, iedereen kan jou gewoon gebruiken.’
De negatieve oordelen van de dader over jou zijn echter niet objectief waar, en hadden feitelijk niets te maken met jou als persoon. Jou klein maken werd puur gebruikt om het seksueel misbruik in stand te kunnen houden.
Soms kan je schuldgevoel positief uitpakken: het kan je sterker maken. Jezelf de schuld geven impliceert namelijk dat je controle op je reacties had kunnen uitoefenen. Zolang je denkt dat je zelf iets had kunnen doen om het te voorkomen of te stoppen, kun je het idee krijgen dat je in toekomstige situaties controle hebt op soortgelijke situaties als seksueel geweld, en het dan zal kunnen voorkomen. Zelfverwijt kan op die manier dus een positief effect hebben.
Mythe
Als je anders had gereageerd, was het niet gebeurd.
Feit
Seksueel geweld is de schuld van de dader, niet van jou. Je hebt gedaan wat je kon doen, en dat was overleven. Je weet niet wat er was gebeurd als je anders had gereageerd: het had ook nóg slechter kunnen aflopen.
Zelfverwijt heeft echter meestal negatieve effecten, vooral als je jezelf negatief beoordeelt vanwege je karakter of hoe je jezelf ziet. Bijvoorbeeld als je denkt: ‘Was ik maar niet zo’n waardeloos type dat zich altijd in de nesten werkt, dan was ik niet verkracht’, of ‘Was ik maar niet zo dom, dan was ik niet misbruikt.’ In dat geval geef je jezelf niet de schuld omdat je iets wel of niet gedaan hebt, maar omdat je zo bent. Hierdoor krijg je een negatief zelfbeeld.
Ook als je een PTSS hebt ontwikkeld, heb je meestal last van schuldgevoelens en negatieve gedachten over jezelf. Door het seksueel misbruik te verwerken nemen deze negatieve gedachten over jezelf en je schuldgevoelens weer af.
Denkfouten bij victim blaming
Bij victim blaming door zowel jezelf als door anderen kan een aantal denkfouten een rol spelen. In de eerste plaats denk je vaak slechts één kant op, namelijk de kant met een betere afloop. Je verwijt jezelf dat je niet iets anders hebt gedaan. Je denkt dan regelmatig: ‘Had ik maar … dan was het beter afgelopen.’ Bijvoorbeeld: ‘Had ik maar niet die weg genomen, dan was ik niet verkracht’, ‘Had ik het maar tegen iemand verteld, dan was het misbruik niet zo lang doorgegaan’, of: ‘Had ik me maar verzet, dan had ik hem kunnen stoppen.’ Je denkt vermoedelijk niet zo snel in de richting van een slechtere afloop. Het kan soms echter goed helpen om ook de andere kant op te denken. Kun je ook iets bedenken wat je had kunnen doen waardoor het nog slechter was afgelopen? Bijvoorbeeld:
‘Als ik hard had geschreeuwd tijdens de verkrachting, had hij me waarschijnlijk vermoord.’ Of: ‘Als ik mijn moeder had verteld over het misbruik, had de dader me als straf vermoedelijk echt van de trap gegooid, en had ik het niet overleefd.’
Een andere denkfout bij victim blaming heeft te maken met het feit dat je nu informatie hebt die je toen niet had. Als je verkracht bent onder bedreiging van een pistool, en je hoort achteraf dat het maar een speelgoedpistool was, voel je je waarschijnlijk schuldig. Had ik me maar verzet, denk je dan. Maar ja, dat is achteraf praten. Op het moment dat je werd aangevallen, had je die informatie nog niet en kon je daar dus ook niet naar handelen. Met de informatie die je op dat moment had, heb je het juiste gedaan. Ook leeftijd speelt hierbij een rol. Als volwassene denk je achteraf: ‘Had ik het maar aan mijn moeder verteld’, maar als kind geloofde je de dader echt als deze dreigde je moeder te vermoorden, en kon je niet weten dat het waarschijnlijk een loos dreigement was. Je redeneert dus nu met iets wat je nu wel weet, maar toen nog niet wist.
Tot slot kun je vergeten dat je heel weinig tijd had om te reageren, en dat je je in een zeer bedreigende situatie bevond. Je overlevingsreactie vindt meestal automatisch plaats en ontstaat vliegensvlug onder zeer bedreigende omstandigheden. Razendsnel moeten je hersenen beoordelen wat de beste optie is, want je leven staat op het spel. Je reageert snel en instinctief. De beslissingen die je dan neemt, zijn niet te vergelijken met beslissingen die je neemt terwijl je alles rustig overdenkt op de veilige bank thuis.
Tip: Welke vragen kun je beter niet stellen bij seksueel geweld?
De vragen die je stelt aan jezelf of aan iemand anders die seksueel geweld heeft meegemaakt en aan wie je een helpende hand wilt toesteken, beginnen vaak met ‘Waarom …’ Vaak schuilt in zo’n vraag echter een vorm van beschuldiging, oftewel victim blaming.
- De vraag ‘Waarom heb je het niet eerder verteld?’ betekent eigenlijk: ‘Als je het eerder verteld had, was het misbruik veel eerder gestopt.’
- De vraag ‘Waarom heb je je niet verzet?’ betekent eigenlijk: ‘Als je je verzet had, dan was je niet misbruikt.’
- De vraag ‘Waarom heb je niet om hulp geschreeuwd?’ betekent eigenlijk: ‘Als je had geschreeuwd, was je niet verkracht.’
- De vraag ‘Waarom ben je daarnaartoe gegaan?’ betekent eigenlijk: ‘Je hebt jezelf expres in gevaar gebracht door daarnaartoe te gaan.’
- De vraag ‘Waarom heb je niet heel duidelijk gezegd dat je het niet wilde?’ betekent eigenlijk: ‘Misschien wilde je het zelf wel.’
Stel dus bij voorkeur geen vragen die beginnen met ‘Waarom …’, ook niet aan jezelf. Specifieke voorbeelden van victim blaming: ‘Waarom heb ik niets gedaan?’ ‘Waarom heb ik het niet zien aankomen?’ ‘Waarom heb ik niet eerder iets verteld?’ Stel liever vragen die beginnen met ‘Wat …’.
Tip: Welke vragen kun je wel stellen bij seksueel geweld?
- Wat voelde je toen?
- Wat kan ik voor je doen?
- Wat dacht je toen?
- Wat ging er door je heen?
Of zeggen:
- Wat dapper dat je me dit vertelt.
- Wat fijn dat je me dit vertelt.
- Wat moet jij je rot hebben gevoeld, zeg.
- Wat ontzettend naar zeg, dat je dat hebt meegemaakt.
Heb je hulp nodig? Het Centrum Seksueel Geweld is een plek waar slachtoffers van een nare seksuele ervaring (online of offline) de hulp kunnen krijgen die ze nodig hebben: forensische, medische en psychische hulp. Ga naar de website van CSG.
Lees verder in Verlamd van angst van Agnes van Minnen
Waarom heb ik niet geschreeuwd? Waarom heb ik me niet verzet? Waarom heb ik niemand iets verteld? Waarom deed ik wat de dader vroeg? Veel slachtoffers van seksueel misbruik kampen met deze vragen en durven zich uit schaamte niet uit te spreken, zelfs niet tegenover vrienden of hulpverleners. In het taboedoorbrekende boek Verlamd van angst wordt precies uitgelegd welke instinctieve overlevingsreacties in werking treden tijdens en na seksueel misbruik. Het lezen van het boek vergroot het begrip voor het slachtoffer en door het boek samen te lezen, wordt het gemakkelijker om erover in gesprek te gaan. Doorbreek op deze manier samen het taboe, stop met victim blaming en zet de stap van schaamte naar opluchting.