Wat als de keukentafel, symbool van verbinding en warmte, jarenlang een plek van spanning is? In Mama, waarom eet jij niet mee? brengt behandelaar en systeemtherapeutisch werker Mignon van Bruggen het vaak onzichtbare leed van ouders met een eetstoornis aan het licht. Vanuit haar werk bij Novarum en jarenlange gesprekken met ouders én kinderen, schreef zij een indringend en hoopvol boek over de impact van een eetstoornis op het gezinsleven.
In dit artikel lees je het verhaal van Laura, haar man Jamal en hun kinderen Layla en Jamie. Jarenlang hield Laura haar worsteling met anorexia verborgen. Totdat de ziekte zo zichtbaar werd dat er geen weg meer omheen was. Voor het eerst praat het hele gezin open over de invloed van Laura’s eetstoornis: over schuldgevoel, zorgen en liefde – en over hoe openheid uiteindelijk ook helend kan zijn. Want een eetstoornis raakt nooit alleen de persoon zelf. Het hele gezin leeft ermee.

Het is geen geheim meer
Het hele gezin is bijeen en praat met hun behandelaar Van Bruggen over de anorexia van Laura (44) en over hun gezin, Laura haar man Jamal (49), dochter Layla (21) en zoon Jamie (19). Twee jaar geleden was dit nog ondenkbaar. Een diagnose was nog niet gesteld. Er was een diep dal voor nodig, waarin Laura’s ziekte niet langer te verbergen bleek en niemand er meer omheen kon. Sindsdien wordt er gepraat, met het hele gezin, zoals nu, rond de keukentafel.
In deze gesprekken werd de ernst van het probleem duidelijk, Laura hongert zich al uit vanaf haar vijftiende. Het begon met verdriet, vanwege het stuklopen van haar eerste verkering. Het lukte haar niet om te eten en ze viel veel af. Sindsdien ontwikkelde ze een obsessie met haar gewicht. Ze mocht niet meer dan een zelfbepaald laag gewicht wegen en bleef weinig eten. ‘Hoe minder ik at op een dag, hoe blijer ik was.’ Het kwam niet in haar op dat ze een eetstoornis zou kunnen hebben. Opmerkingen van familieleden en vrienden, die zeiden dat afvallen toch niet nodig was, drongen niet tot haar door. Wel had ze last van het gewichtsverlies. Haar conditie was slecht en ze had, vaker dan voorheen, een kort lontje.
Wanneer eten beladen is
Bij Novarum, centrum voor eetstoornissen in regio Amsterdam, waar Van Bruggen als behandelaar werkt, spreekt zij veel moeders en vaders die lijden aan een eetstoornis. Zij vertellen over de obstakels die hun eetstoornis opwierp in het grootbrengen van hun kinderen. Vermoeidheid, korte lontjes, een overbelast hoofd, stress rondom eetmomenten en ruzies — het opvoeden werd steeds lastiger door dit probleem, dat ‘eten’ en ‘lichaam’ tot beladen onderwerpen maakt. Door de eetstoornis daalt hun zelfvertrouwen als ouder.
Het thema ‘schaamte’ kwam regelmatig voorbij: ‘Ik schaam mij ervoor dat ik op mijn leeftijd, en terwijl ik kinderen heb, nog zo worstel met eten.’ De neiging deze worsteling weg te wuiven en voor de buitenwereld verborgen te houden is groot. Opmerkingen van anderen zoals ‘je kunt er toch gewoon voor kiezen meer te eten of minder te eten’ of ‘je hoort er op jouw leeftijd overheen te zijn’ helpen ook niet mee. Men erkent een eetprobleem niet altijd als een psychische ziekte. Alsof een eetprobleem een keuze is en je er gewoon mee kunt stoppen.
Een eetprobleem hebben kan een flinke handicap zijn in je gezinsleven. Eetdrang, lijndrang, beweegdrang — er is geen knop die je uit kunt zetten wanneer je de gezinsboodschappen doet, een maaltijd eet met je gezin, de verjaardag viert van je kind, een barbecue met de familie hebt of als jullie op vakantie gaan.

Een goede ouder willen zijn terwijl je vastloopt
Soms lijkt het in de media alsof alleen jonge mensen lijden aan eetproblemen. Niets is minder waar. Ook ouders en ouderen lijden … Eetproblemen kunnen zich ontwikkelen door een samenspel tussen hoe je biologisch en persoonlijk in elkaar steekt en wat je hebt meegemaakt in je leven. De omgang met je lichaam en eten kan zich uitbouwen tot hardnekkige vicieuze cirkels die lastig te doorbreken zijn. Wanneer je hiernaar wilt kijken, kan het een katalysator zijn van verwerking en persoonlijke groei. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Het vergt moed om onder ogen te komen op welke gebieden je niet die (aanstaande) ouder bent die je graag wilt zijn. Voor Mama, waarom eet jij niet mee? heeft Van Bruggen zeven moeders met een eetstoornis geïnterviewd, waaronder Laura én haar gezin.
Zwanger worden met een eetstoornis
Laura en Jamal wilden graag kinderen, maar voor Laura was de gedachte aan zwaarder worden een schrikbeeld. Toch werd ze zwanger van Layla. Tijdens de zwangerschap besloot ze tijdelijk een knop om te zetten: nu mocht ze wel aankomen. Ze doorbrak strenge eetregels en voedde zichzelf beter. Omdat ze veel vocht vasthield, kwam er tijdens de zwangerschap veel gewicht bij. Het aankomen tijdens haar zwangerschap voelde als een nachtmerrie. Nog altijd kan ze de foto’s uit die periode niet onder ogen zien.
‘Voor de geboorte van mijn dochter deed ik al aan hardlopen, maar om het gewicht van de zwangerschap te verliezen, ging ik ook meer sporten bij de sportschool.’
Koffie drinken, zoals haar vriendinnen deden, was er niet bij. Terwijl zij bijpraatten, rende Laura direct door naar de loopband. ‘Ik was totaal geobsedeerd,’ zegt ze. Na de geboorte van Jamie herhaalde het patroon zich: De behoefte altijd de controle te moeten houden en de intense angst die toch te verliezen bepaalden haar dagelijks leven.
Moeilijke momenten maken de eetstoornis sterker
Lange tijd wist Laura haar gewicht redelijk stabiel te houden. Tot twee jaar geleden was de eetstoornis er wel, maar hield die zich redelijk op de vlakte. Totdat er zich meerdere gebeurtenissen voltrokken in haar familie. Haar moeder overleed en haar man werd ziek. ‘Het gewicht van mijn moeder ging toen geleidelijk omlaag,’ zegt Layla. ‘Mensen die haar moeder een tijdje niet hadden gezien waren geschokt toen ze haar zagen. Ze vroegen bezorgd aan mijn vader wat er met haar aan de hand was.’
Laura sportte fanatiek, vaak al vroeg op de crosstrainer en meerdere uren per week in de sportschool. Op een gegeven moment kon de sportschoolhouder het niet langer aanzien. Hij stuurde haar weg met de woorden:
‘Misschien kan je ze thuis voor de gek houden, maar mij niet.’
Laura voelde zelf ook dat het zo niet langer ging. Ze was flink afgevallen en kon niks meer. Ze was óp. ‘Praten over emoties en haar verdriet laten gaan, dat kan Laura niet goed’, aldus Jamal. De anorexia onderdrukte haar gevoelens en maakte haar vlak. Jamal zag het gebeuren.
Layla: ‘Tijdens een vakantie heb ik er een keer naar gevraagd, kort voordat alles bekend werd. Ik zag dat het wel heel erg werd met sporten en dacht: hier klopt echt iets niet. Toen heb ik het aan haar gevraagd: mam, heb je anorexia? Ze gaf het toen niet toe. Ze zei dat het kwam door alle stress dat ze was afgevallen. Daarmee was de kous voorlopig af. Ik dacht: als zij zegt dat het niet zo is, dan zal het wel kloppen. Anders was ik meteen naar mijn vader gestapt.’
Wanneer de puzzelstukjes op hun plek vallen
Uiteindelijk kon niemand er meer omheen. Jamal en Laura zochten samen hulp voor Laura en gelukkig werd er herkend wat er aan de hand was: Laura, echtgenote en moeder van twee kinderen, had anorexia. De puzzelstukjes vielen op hun plek. Met hun kinderen bespraken Jamal en Laura wat er aan de hand was. Voor het eerst in al die jaren ging het openlijk over Laura’s obsessie met eten, het eeuwige lijnen en eindeloze bewegen. Bij Layla kwam het hard aan: ‘Ik ben er een tijd heel verdrietig over geweest. Ik ging de ergste dingen denken, bijvoorbeeld dat ik straks geen moeder meer heb. Ik vind het voor haar vervelend dat ze die nare gedachten in haar hoofd heeft, maar voor mij is het allerbelangrijkste dat ze gezond is.’
Na een paar maanden hulp kreeg ze een terugval, stiekem was Laura aan het compenseren. In korte tijd raakte ze het gewonnen gewicht weer kwijt. ‘Waarom verzweeg je dat, waarom heb je dat niet verteld?,’ vroeg Jamal, die dacht zij juist heel eerlijk tegen elkaar zijn. Waarop Laura het volgende antwoordde:
‘Ik deed toen heel veel dingen stiekem. Het was geen naar gevoel, het was iets dat echt van mij was.’
Wat moeten ze nu?
Het is een lastige situatie voor het gezin, want het is duidelijk dat Laura wel echt hulp nodig heeft. Jamal en de kinderen maken zich grote zorgen over haar. Als zij naar een kliniek moet, dan moet dat maar, was de gedachte thuis. ‘Ik vind zoiets wel moeilijk om te zeggen, omdat het haar misschien pijn kan doen. Want ik denk dat zij dan een gevoel van falen heeft en ik wil mijn moeder juist graag blij zien,’ zei Jamie, de jongste van het gezin.
‘Ik heb mijn moeder wel een aantal keer gesnapt toen ze stiekem ging compenseren. Ik zeg dan dat het niet goed voor haar is. En ik geef haar een knuffel, ik probeer haar te steunen. Wat ik moeilijk vind, is dat als mijn moeder de kamer binnenkomt, ik direct voel hoe gestrest ze is.’
Laura vindt de opmerking van Jamie moeilijk om aan te horen. Zij wil niet dat haar kinderen zich hierom gestrest voelen. Ze wil goed voor hen zorgen en een goede moeder zijn. De spanning herkent ze wel, ze heeft er zelf ook last van. Het liefst heeft ze dat niet, maar ze weet niet hoe het ze ervan afkomt.

Ouders willen graag dat het gaat goed met de kinderen
Het kan pijnlijk zijn om van je kind of partner te horen dat deze last heeft van de symptomen van het eetprobleem. Veel ouders voelen zich schuldig en vinden het confronterend dat het eetprobleem zichtbaarder of sterker is dan zij dachten. De gedachte hun kind te belasten kan moeilijk te verdragen zijn, vooral als je veel last hebt van onzekerheid en schuldgevoelens.
Vanwege hun loyaliteit aan hun ouders kan het knap lastig zijn voor kinderen om deze gevoelens toe te laten. Het getuigt van kracht als je kind jou mag vertellen dat het zich zorgen maakt. Kinderen willen je niet boos en verdrietig maken, zij willen dat je blij bent, net zoals jij dat graag voor hen wilt. Bij hun rol als kind past het dat zij zich uiten over de minder makkelijke dingen in jullie relatie.
Ouders willen heel graag dat het goed gaat met hun kinderen. Maar kinderen willen ook heel graag dat het goed gaat met hun ouders. Het boek Mama, waarom eet jij niet mee? wil hoop bieden. Je hebt niet om een eetprobleem gevraagd. Maar het is nu zoals het is. Ook al kun je de ziekte niet zomaar oplossen, je hebt wel grip op hoe je thuis met het eetprobleem omgaat.
Het veranderen van eetgedrag kan erg veel angst, spanning, paniek geven. Iedere ouder zou een positieve, ontspannen relatie met eten en hun lichaam willen hebben en dit voorbeeld willen doorgeven aan hun kind. Door een constructieve aanpak kun je, ook als je nu niet herstelt, spanningen thuis verlagen. Wanneer ouders steun ervaren en het eetprobleem geen geheim is, helpt dit ouders en kinderen.
Laura: ‘Wat me er altijd van weerhield om open over de eetstoornis te praten, is dat ik de kinderen er niet mee wilde belasten. Ik wilde niet dat ze het gevoel kregen dat ze voor mij moesten zorgen. Ik wil ze zo graag behoeden, ik heb ze uit alle macht willen beschermen. Dat is misschien niet goed geweest. Maar open over de eetstoornis praten pakt juist heel goed uit.’
Layla: ‘We weten nu wat er aan de hand is, iedereen in ons gezin durft opener te zijn, onze onderlinge band is versterkt.’
Daarmee is het probleem niet weg. Laura valt tegenwoordig niet meer af, maar de angst om ook maar een grammetje aan te komen, is nog iedere dag aanwezig. Voor het gezin is het vooral de vraag hoe het hanteerbaar te maken.
Jamie: ‘Stoornis vind ik een label. Je bent gewoon geboren hoe je bent, voor mij maakt dat mijn moeder niet anders, het is gewoon mijn moeder. Je krijgt het er toch niet uit, ook al zou je dat willen. Als zij echt niet weet wat haar anders gelukkig moet maken, en als ze het al vanaf haar vijftiende heeft, dan weet ik niet of zij op een andere manier wel gelukkig kan worden.’
Voor Laura was het opvoeden van haar kinderen vooral een eenzame ervaring. Ze deed er alles aan om te voorkomen dat zij iets van haar eetstoornis mee zouden krijgen. Het leven met een eetstoornis had haar erg onzeker gemaakt, met een diep schuldgevoel naar haar kinderen toe.
Lees verder in Mama, waarom eet jij niet mee?
Weten dat je niet de enige bent, het delen van ervaringen met lotgenoten en zelfvertrouwen opdoen zijn essentiële en helpende ingrediënten in het leven met een eetprobleem. Mensen, gezinnen en eetproblemen kunnen enorm van elkaar verschillen. Dit boek biedt geen standaard handleiding. Bekijk wat jou aanspreekt als aanstaande of doorgewinterde ouder en wat jou helpt een stukje regie terug te pakken door hoe je omgaat met je eetprobleem. Ook voor gezinsleden, naasten en hulpverleners biedt dit boek nuttige informatie die bijdraagt aan meer herkenning, begrip en passende zorg. Door samen te werken kunnen we spanningen binnen gezinnen helpen verlagen, een gezonde ontwikkeling van kinderen mogelijk maken en groeiruimte voor ieder gezinslid creëren.