Hoeveel mensen lukt het hun gedrag blijvend te veranderen? Schrik niet: slechts een op de negen houdt gedragsverandering langdurig vast. Dit boek gaat over het bevorderen van duurzame, blijvende, gedragsverandering. Over stoppen met ongewenste en starten met én volhouden van gewenste gewoonten. Het gaat niet alleen over leefstijl, ook over gedragsverandering op andere gebieden, zoals bij psychische en somatische klachten.
Deze tekst komt uit het voorwoord van Duurzame gedragsverandering in de huisartsenpraktijk.
Hans Peter Jung over het boek
Zeer onder de indruk ben ik van sommige medemensen, die ik de afgelopen dertig jaar als huisarts heb ontmoet in mijn spreekkamer, die hebben laten zien dat duurzame gedragsverandering mogelijk is. Vol compassie en begrip kan ik daarnaast gelukkig nog steeds zijn voor al die medemensen die (vooralsnog) strandden in hun pogingen. Wat zijn mensen toch boeiend en interessant en wat bijzonder dat ik soms een stukje mee op mag lopen met hun dromen, wensen, verdriet, (onbeholpen) mislukkingen, dankbaarheid en naar hun verhalen mag luisteren. Het meebewegen met hen op een manier die bij me past, mij meer energie oplevert dan me kost en waarin ik soms, heel soms, (en dat kan in heel kleine dingen zitten) ook een bijdrage kan leveren aan het maken van verschil voor de persoon die voor me zit vervult me met dankbaarheid en maakt dat ik met plezier mijn werk als huisarts doe.
Een van de meest extreme voorbeelden van een duurzame gedragsverandering die ik in mijn praktijk tegenkwam, was die van een trotse en fiere vrouw die op jonge leeftijd (onder dwang) in de straatprostitutie belandde en later ook verslaafd raakte aan de heroïne. Werkelijk tientallen pogingen waagde ze om uit deze doodlopende weg te komen. Opstaan en weer terugvallen naar die letterlijke en figuurlijke goot waar ze dan weer in terecht kwam. Ondertussen zag ze om haar heen de mensen om wie ze gaf een voor een ten onder gaan aan overdoses of andere ellende en ervaarde ze ook hoe haar eigen lichaam langzaamaan gesloopt werd (bijzonder moment in de spreekkamer toen ze me een keer liet voelen hoe beschadigd, getromboseerd en geoblitereerd de aders van haar onderarmen waren). Toen ze psychotisch werd, werd ze onder dwang opgenomen en kickte af, zoals al zo vaak door haar was gedaan. Afkicken vond ze nooit zo moeilijk, alleen was afkicken voor haar het weghalen van alle onkruid uit een verwaarloosde tuin, waarna een troosteloze lege tuin overbleef, waar niets (moois) voor in de plaats kwam. Die troosteloosheid van die leegheid leidde dan weer tot het verlangen naar die kick en de onvermijdelijke terugval.
Tot die laatste keer. Na die gedwongen opname. Het onkruid was weer eens verwijderd en ze liep met haar ziel onder de arm in de stad waar ze een zolderkamer huurde toen er een hond op haar af kwam rennen. Ze maakten contact, maar waar was het baasje van die hond? Ze liep enkele uren met de hond rond en wist warempel de eigenaar te vinden. Die vertelde dat hij deze hond niet aankon en dat hij er voortdurend vandoor ging, ‘Als je wil mag je de hond hebben’. Ik mag geen hond in mijn zolderkamer, gaf ze als antwoord, maar daar kon ze niet van slapen die nacht. De volgende dag ging ze terug naar de man en nam de hond mee, zegde haar zolderkamer op en trok weg van de grote stad naar een camping op het platteland. Die hond werd haar maatje en maakte het verschil. Ze moest en wilde voor hem zorgen en stopte met gebruiken, nu meer dan 25 jaar geleden. Ze blijft er altijd redelijk nuchter onder als ik haar vertel hoe knap ik het vind dat ze dit voor elkaar heeft gekregen.
‘Ik werd op dat moment gedragen’, antwoordt ze dan, ‘je moet gewoon geluk hebben’.
Het boek gaat over duurzame gedragsverandering. Het is niet alléen ‘gewoon’ geluk hebben om dat voor elkaar te krijgen. Wat werkt wel en wat werkt niet? Daar gaat dit boek over. Het is erg fijn dat dit boek er is. Het geeft een kader om te kunnen snappen hoe de vrouw van het voorbeeld van gedragsverandering van hierboven het duurzaam voor elkaar heeft gekregen. Het gaat over de rol van motivatie, zelfregulatie, het benutten van eigen bronnen, het ontwikkelen van gewenste gewoonten en de rol van omgevingsfactoren, waarbij de laatste misschien wel doorslaggevend is.
De rol van de huisarts is hierbij mogelijk maar heel bescheiden, maar zeker niet nul. In Nederland geniet de huisarts het meeste publieke vertrouwen van alle (zorg)professionals en kan (daardoor) een omgevingsfactor zijn die het verschil kan maken. De oplossingsgerichte methode die in dit boek aangereikt wordt, is erg verrijkend voor ons werk(plezier) en ik kan van harte aanraden om daarmee aan de slag te gaan. Ik ben ervan overtuigd dat het eraan kan bijdragen dat de huisartsenpraktijk nog beter in staat is bij te dragen aan duurzame gedragsverandering van bij haar ingeschreven patiënten.
Veel leesplezier!
Hans Peter Jung, huisarts te Afferden (Lb)
Lees meer over duurzame gedragsverandering
Hoewel er veel geschreven is over gedragsverandering, is er maar weinig bekend over hoe je die echt kunt volhouden. Fredrike Bannink laat zien hoe je de kans op blijvende gedragsverandering kunt vergroten. Dat kan veel leed en kosten besparen.
Duurzame gedragsverandering in de huisartsenpraktijk is een onmisbaar praktijkboek voor huisartsen en andere zorgprofessionals die hun patiënten hierbij willen begeleiden.