Complexe scheidingen kunnen voor een loyaliteitsconflict bij kinderen zorgen. In sommige gezinnen volgt daarop zelfs een breuk in het contact tussen het kind en een van de ouders. Waarom is het herstellen van dit contact zo belangrijk en hoe doe je dat? In dit uitgelichte artikel uit het tijdschrift Systeemtherapie lees je over de module Contactherstel, die is ontwikkeld door het Centrum voor Relationele Therapie (CvRT) bij Arkin Jeugd & Gezin. Welke visie zit er achter de module en wanneer zet je hem in?
Stelling nemen helpt: over de module Contactherstel
De pijn die een scheiding ouders geeft is groot. Bij complexe scheidingen is er vaak sprake van een langdurige problematische geschiedenis tussen de partners die diepe wonden heeft geslagen. Ouders in een complexe scheiding hebben de neiging er alles aan te doen om de therapeut aan hun kant te krijgen. Hulpverleners en therapeuten zijn zich terdege bewust van deze, begrijpelijke, poging van ouders om hen tot partij te maken. Therapeuten lijken zich hiertegen voornamelijk te ‘wapenen’ door een neutrale positie in te nemen. Ze laten de beslissing of het kind contact moet hebben met beide ouders aan de ouders zelf.
Dit is een begrijpelijke opstelling, maar bij ouders die heel ver zijn gegaan in hun strijd, zal het leiden tot een verdere toename daarvan. Ouders raken uitgeput en de kinderen meer en meer beschadigd. Geregeld komt het voor dat kinderen in deze situatie een oplossing voor de spanningen proberen te creëren door zelf aan te geven dat ze met een van beide ouders geen contact meer willen hebben. Ze beginnen daarom mee te doen in de actieve beschuldigingen van de andere ouder. Er vindt dan een vorm van escalatie plaats waarin de ouders en het kind aan elkaar worden overgelaten en waarbij de betrokken partijen – de hulpverlening, advocaten en de rechtbank – worden meegezogen in de strijd.
‘Kinderen die een complexe scheiding van hun ouders hebben doorgemaakt ontwikkelen gemakkelijker gedragsproblemen, hebben slechtere schoolprestaties en hebben problemen in de sociale en emotionele ontwikkeling.’
De situatie waarin een contactbreuk ontstaat omdat het kind, omwille van spanningsvermindering, kiest om een ouder af te wijzen, kan gezien worden als een vorm van loyaliteitsconflict. De module Contactherstel is erop gericht om dat loyaliteitsconflict beheersbaar te maken.
Parentificatie: gevolg van een complexe scheiding
Uit onderzoek blijkt dat kinderen die een complexe scheiding van hun ouders hebben doorgemaakt, een verhoogde kwetsbaarheid hebben. Zij ontwikkelen gemakkelijker gedragsproblemen, hebben slechtere schoolprestaties en hebben problemen in de sociale en emotionele ontwikkeling (Amato & Cheadle, 2005). Dit laatste uit zich vaak in hoe de kinderen zich opstellen ten opzichte van hun ouder(s). Kinderen meten zich bijvoorbeeld na de scheiding een soort juniorpartnerrol aan voor een van de ouders (Weiss, 1979) of nemen te veel verantwoordelijkheden van de ouder(s) over (Wallerstein, 1985).
In situaties waarbij de kinderen langdurig worden beïnvloed door negatieve visies van de ene ouder over de andere, kunnen ze de loyaliteit voor die andere ouder laten ondersneeuwen om van de druk van de ene ouder af te zijn. Dit wordt ook wel het Parental Alienation Syndrome genoemd (Gardner, 1998). Deze problematische vormen van parentificatie werken bij de kinderen op psychologisch niveau door tot in de vroege volwassenheid (Jurkovic et al., 2001). Kinderen die in een situatie leven met deze vorm van emotionele en psychische druk, komen slecht tot niet toe aan hun eigen ontwikkeling.
Loyaliteitsconflict
Bij een complexe scheiding hebben ouders veelal ieder hun eigen verhaal over de scheiding. Vaak staan de verhalen recht tegenover elkaar en hebben de ouders moeite om de verschillen in de verhalen naast elkaar te verdragen. De kinderen leren van hun strijdende ouders dat er maar één verhaal en één waarheid is. Kinderen zijn afhankelijk van beide ouders, maar degene die hun de basisvoorzieningen biedt, is op dat moment van vitaal belang. Als de verhalen van beide ouders extreem verschillen en er geen toestemming van de ouder(s) is om de verhalen naast elkaar te mogen houden omdat zij overtuigd zijn van hun eigen waarheid, wordt de druk op kinderen hoog. Want kinderen kunnen niet in twee waarheden blijven geloven. Kinderen willen die waarheden verenigen, ook als dat niet kan (Cottyn, 1995). Ze raken in de war als dat niet lukt. Het is een overlevingsmechanisme om dan voor één waarheid te kiezen, waardoor een loyaliteitsconflict ontstaat (Van Lawick & Visser, 2019). Op dat moment kan het kind haast niet anders dan een van beide ouders uit diens systeem verwijderen.
‘Zodra kinderen dilemma’s krijgen voorgelegd, zoals moeten kiezen tussen visies van ouders, beginnen zij al snel met “proberen te verenigen wat niet te verenigen is” en zal hun onrust over loyaliteitsgevoelens toenemen.’
Hoe help je het kind?
Het is belangrijk dat kinderen van gescheiden ouders geen keuze hoeven te maken en niet uitgedaagd worden hun visie op de situatie te geven. Kinderen en adolescenten moeten zo snel mogelijk na de scheiding doorgaan met hun leven, en hun normale activiteiten op school en in het spel hervatten (Wallerstein & Blakeslee, 1989, p. 334). Dit is essentieel, gezien de hierboven beschreven risico’s voor de ontwikkeling van kinderen.
Het is daarom belangrijk dat kinderen niet worden betrokken in de keuzes van de ouders en de visies van de ouders op elkaar. In hun rol als kind hebben zij begrenzing nodig, dat geeft hun veiligheid. Zodra kinderen wel dilemma’s krijgen voorgelegd, zoals moeten kiezen tussen visies van ouders, beginnen zij al snel met ‘proberen te verenigen wat niet te verenigen is’ en zal hun onrust over loyaliteitsgevoelens toenemen.
Kinderen moeten worden geholpen kritisch naar hun beide ouders te kijken en uit de conflictsituatie van hun ouders weg te blijven. Als het kind deze begrenzing niet krijgt, leert het dat het invloed op de situatie kan uitoefenen, wat een valkuil kan zijn. Het kind kan na de scheiding gemakkelijker in de positie raken om ‘als een volwassene’ mee te denken over problemen van de volwassenen, de zogenaamde parentificatie. In situaties van ernstige strijd tussen ouders, is het niet aan kinderen om mee te denken en te beslissen (Teyber, 2001). Ook na de scheiding is het belangrijk om kinderen duidelijk te maken dat de ouders de ouderrol blijven vervullen en dat het kind in de eigen rol kan blijven, namelijk die van kind.
Module Contactherstel
In de module Contactherstel gaan we ervan uit dat het voor de ontwikkeling van deze kinderen essentieel is dat ze geen overlevingsmechanismen hoeven in te zetten en zo vrij mogelijk kunnen opgroeien, in contact met beide ouders. Het CvRT heeft daarom voor de module een visie ontwikkeld op basis van bestaande theorieën. Vanuit deze visie is in 2021 een set richtlijnen op papier gezet voor de module Contactherstel (Richtlijnen module Contactherstel, 2021).
Elk kind heeft, zoals zelfs wettelijk is vastgelegd, het recht en de ontwikkelingsbehoefte om contact te hebben met beide ouders. Dit vormt, zoals hiervoor beschreven, de basis voor de module Contactherstel: uitgangspunt van de module is dat het normaal is dat het kind contact heeft met beide ouders. Het effect van een complexe scheiding en de daarmee gepaard gaande contactbreuk heeft een negatieve uitwerking op de ontwikkeling van het kind. De focus van de module Contactherstel is het normaliseren van de vaak extreem geproblematiseerde situatie. Binnen de module worden ouders en kind(eren) met het Parental Alienation Syndrom (Gardner, 1998) actief naar dit doel toe begeleid.
De naam Parental Alienation Syndrome suggereert dat het een syndroom van het kind is. De module stelt ter discussie of de sleutel wel bij het kind ligt. De contactbreuk van het kind met de ouder is immers het gevolg van de geëscaleerde strijd tussen de ouders. Dat het kind met een van beide ouders geen contact heeft, is inzet geworden van een dominant verhaal over bijvoorbeeld onveiligheid bij een van de ouders.
Contactherstel voor Ayla
Jeugdbescherming heeft een gezin aangemeld, waarbij de rechter in zijn vonnis heeft vastgesteld dat het contact tussen vader Mo en dochter Ayla (3 jaar) hersteld moet worden en dat het veilig genoeg is bij beide ouders. Een andere hulpverleningsinstantie dan Arkin heeft al eerder het contact tussen de vader en zijn dochter proberen te herstellen. Er zijn meerdere contactmomenten geweest bij de vader thuis onder begeleiding van de desbetreffende hulpverlener. Jeugdbescherming vertelt bij de aanmelding dat op die momenten het contact tussen de vader en zijn dochter goed gaat. Thuis bij moeder Guilia laat haar dochter echter zorgelijk gedrag zien, de betrokken hulpverlening zet daarom de omgang stop. Jeugdbescherming meldt het gezin bij Arkin aan omdat zij het idee hebben dat de andere instantie te veel is meegezogen in zorgen van de moeder en zij willen dat de module Contactherstel wordt ingezet.
Bij de start van de module vindt al snel stagnatie plaats wanneer blijkt dat de moeder niet achter de visie van Jeugdbescherming kan staan, namelijk dat het ‘veilig genoeg’ is bij de vader. Jeugdbescherming neemt in een apart gesprek met de moeder, op basis van het onderzoek vanuit de Raad voor de Kinderbescherming en het vonnis van de rechtbank, duidelijk stelling: zij vinden dat het wel veilig genoeg is bij de vader. De moeder gaat daarna schriftelijk akkoord dat zij de visie van Jeugdbescherming accepteert en de visie en werkwijze van de module Contactherstel een kans geeft.
Veiligheid
Om aan de module te kunnen meedoen, is het van belang dat de verwijzer heeft vastgesteld dat het, los van de strijd tussen de ouders, bij beide ouders veilig genoeg is. Ouders moeten akkoord gaan met deze vaststelling. Het gaat erom dat de strijd tussen ouders de enige reden is voor de contactbreuk met het kind. Wij gaan ervan uit dat het nodig is dat de verwijzer deze stelling inneemt vanwege het belang van afspraken en structuur rondom het onderwerp veiligheid bij de verwijzing (Van Lawick et al., 2022). Wanneer er twijfels zijn over ‘veilig genoeg’ bij een of beide ouders dan is de module Contactherstel niet passend en zal er voor andere hulp gekozen moeten worden.
In Nederland zijn er instanties die de juridische positie hebben om, zelfs tegen de visie van ouders in, een gezaghebbend oordeel te vormen over de veiligheid van de kinderen. Zo kunnen Jeugdbescherming en de Raad voor de Kinderbescherming daarover in bepaalde situaties aan de rechtbank een advies voorleggen. In het geval dat de rechtbank dit advies overneemt geldt dit als ‘het moet’. Er wordt dan vastgesteld dat het, los van de strijd en los van het contactverlies, ‘veilig genoeg is bij beide ouders’. In die gevallen duiden wij vanuit het CvRT eventuele protesten van de kinderen als teken van een extreem loyaliteitsprobleem en pogingen van het kind om de continue spanningen tussen de ouders te neutraliseren.
Als de ouders zich bewust zijn dat contactherstel ‘moet’, en deze opdracht bij ons wordt neergelegd, zijn ouders welkom om met ons uit te zoeken hoe we met actieve inzet van beide ouders, ieder op hun eigen manier, het contactherstel zo gaan vormgeven dat het kind er de minste spanning aan ervaart. Dat is het begin van het traject van onze module.
De driehoek van betrokkenen
In de module wordt gewerkt met een driehoek van betrokkenen rondom het kind, die bestaat uit verwijzer, ouders en therapeuten. Elke partij heeft in deze driehoek een eigen rol en taak. In gemiddeld vier tot acht maanden worden vooral de ouders gecoacht richting een genormaliseerd contact tussen kind(eren) en beide ouders. In de rest van het artikel lees je over de driehoek van betrokken. Ook wordt ingegaan op hoe stagnatie onderdeel is van het proces, dus mag en erbij hoort en hoe dit gebruikt wordt binnen de module.
Meer over Tijdschrift Systeemtherapie
De rest van het artikel en de bronnen lees je in het tijdschrift Systeemtherapie (jaargang 2023, nummer 4) of op www.tijdschriftsysteemtherapie.nl.
Systeemtherapie is een kwartaaltijdschrift over gezins- en relatietherapie en systeemtheorie. Hierin worden theoretische modellen over systemen of gezinnen, praktijkervaringen en wetenschappelijk onderzoek naar relaties en systemen beschreven. Het is bedoeld voor systeemtherapeuten en andere hulpverleners die met individuen, gezinnen of bredere sociale verbanden willen werken vanuit een systeemvisie. Bijvoorbeeld systeemtherapeuten, gespecialiseerde psychotherapeuten en andere hulpverleners die met systemen werken.