Hoe word je een betere therapeut? Waarom is oefenen zo belangrijk en hoe pak je dat goed aan? Om psychotherapeuten (in opleiding) de gelegenheid te geven te oefenen met specifieke therapeutische vaardigheden in een zo realistisch mogelijke setting, ontwikkelden Tony Rousmaniere en Alexandre Vaz de Deliberate practice-reeks. De vertaling van het eerste deel, Deliberate practice bij EFT-I, schreven ze samen met Rhonda Goldman. In deze voorpublicatie lees je meer over wat deliberate practice is, de oorsprong ervan én waarom het zo goed werkt.
Dit artikel komt uit hoofdstuk 1 ‘Introductie: deliberate practice en emotion-focused therapy’ van het boek Deliberate practice bij EFT-I en is aangepast en ingekort door de redactie van Boom Psychologie & Psychiatrie.
Het belang van oefenen
Hoe word je expert in je vakgebied? Wat kun je trainen en wat kun je niet bereiken vanwege aangeboren of niet te beïnvloeden factoren? Dit soort vragen raken aan de fascinatie voor talentvolle artiesten en hun ontwikkeling. Mensen als Mozart en Leonardo da Vinci, of uitblinkers als basketballegende Michael Jordan en schaakvirtuoos Garri Kasparov, worden bekeken met een mix van ontzag, bewondering en verwarring. Hoe kunnen zij steeds weer buitengewone professionele resultaten halen? De hoeveelheid oefening lijkt een belangrijke factor voor het ontwikkelen van expertise op vrijwel elk gebied. Deliberate practice is een evidencebased methode waarmee prestaties op een effectieve en betrouwbare manier kunnen worden verbeterd.
De oorsprong van deliberate practice
Het concept van deliberate practice vindt zijn oorsprong in een klassieke studie door K. Anders Ericsson en zijn collega’s (Ericsson et al., 1993). Zij ontdekten dat er twee belangrijke factoren zijn om het verwerven en beheersen van een vaardigheid te voorspellen: de tijd die besteed wordt aan het oefenen van de vaardigheid en de kwaliteit van de oefentijd. Ze benoemden vijf activiteiten die bepalend zijn voor het aanleren en beheersen van vaardigheden:
- het eigen werk observeren;
- feedback van een deskundige krijgen;
- kleine, steeds iets moeilijkere leerdoelen stellen, net een stapje verder dan waar je bent (in de zone van naaste ontwikkeling);
- specifieke vaardigheden herhaaldelijk op gedragsniveau oefenen, en
- continu de prestaties beoordelen.
Ericsson en zijn collega’s noemden dit proces deliberate practice, een cyclisch proces dat we in figuur 1.1 laten zien.
Uit onderzoek is gebleken dat langdurige deliberate practice leidt tot bekwame uitvoering in veel vakgebieden, zoals geneeskunde, sport, muziek, schaken, programmeren en wiskunde (Ericsson et al., 2018). Je zou deliberate practice in verband kunnen brengen met de ‘10.000-urenregel’, die Malcolm Gladwell algemeen bekend heeft gemaakt in zijn boek Outliers (‘Uitblinkers’, 2008). De 10.000-urenregel hield echter twee misvattingen in stand. De eerste misvatting is dat iedereen dit aantal uren in deliberate practice moet steken om expert te worden. Onderzoek heeft echter laten zien dat het aantal uren varieert per vakgebied en per individu (Ericsson & Pool, 2016).
‘Ervaring op zichzelf [is] eigenlijk geen voorspeller van effectiviteit van de therapeut.’
De tweede misvatting is dat je expert op een bepaald gebied wordt als je 10.000 uur in het uitvoeren van de taak steekt. Deze misvatting is erg belangrijk voor het vakgebied van de psychotherapie, waar van oudsher het aantal uren werkervaring met cliënten wordt gebruikt als maatstaf voor vakbekwaamheid (Rousmaniere, 2016). Maar we weten dat ervaring op zichzelf eigenlijk geen voorspeller van effectiviteit van de therapeut is (Goldberg, Rousmaniere et al., 2016). Het zou kunnen dat de kwaliteit van de deliberate practice een doorslaggevende factor is.
Deliberate practice bij psychotherapie
Wetenschappers in de psychotherapie hebben ertoe opgeroepen om deliberate practice op te nemen in opleidingen voor professionals in de geestelijke gezondheidszorg, omdat ze de waarde van deliberate practice in andere vakgebieden zien (bijvoorbeeld: Bailey & Ogles, 2019; Hill et al., 2020; Rousmaniere et al., 2017; Taylor & Neimeyer, 2017; Tracey et al., 2015). Er is alleen goede grond om te twijfelen aan de analogie tussen psychotherapie en andere vakgebieden als sport en muziek, omdat vergeleken met die vakgebieden psychotherapie zo complex en vormvrij is. Bij sport zijn er helder gedefinieerde doelen en klassieke muziek volgt een partituur. De doelen van psychotherapie daarentegen hangen af van de unieke situatie van iedere cliënt in iedere sessie. Therapeuten kunnen geen partituur volgen.
In plaats daarvan is psychotherapie meer een soort jazzimprovisatie (Noa Kageyama, geciteerd in Rousmaniere, 2016). Net als psychotherapiesessies zijn geen twee jazzimprovisaties hetzelfde. Jazzimprovisaties zijn een complexe mix van creativiteit van en interactie tussen de bandleden. Maar het zijn geen willekeurige verzameling noten. Ze zijn gebouwd op een grondig begrip van de muziektheorie en een technische bekwaamheid die alleen kunnen worden ontwikkeld met continue deliberate practice. De bekende jazzdocent Jerry Coker heeft achttien vaardigheidsgebieden benoemd (1990) die studenten moeten beheersen. Elk gebied kent meerdere afzonderlijke vaardigheden, zoals toonkwaliteit, intervallen, toonladders, patronen en loopjes. De meer creatieve en kunstzinnige improvisaties zijn dus eigenlijk een reflectie van een eerdere toegewijde, herhaalde oefening en verwerving van vaardigheden. Zoals de legendarische jazzmuzikant Miles Davis zei: ‘Je moet lange tijd spelen om als jezelf te kunnen spelen’ (Cook, 2005).
‘Continue en intensieve deliberate practice zou niet in de weg hoeven staan van flexibiliteit en creativiteit, maar die juist ruim baan moeten geven.’
We benadrukken hier vooral dat wij willen dat EFT-therapeuten door deliberate practice zichzelf worden. De kunst is om de vaardigheden te leren, zodat je die tot je beschikking hebt wanneer je ze nodig hebt. Je oefent de vaardigheden om ze je eigen te maken. Je voegt de aspecten die voor jou goed voelen toe aan je arsenaal. Continue en intensieve deliberate practice zou niet in de weg hoeven staan van flexibiliteit en creativiteit, maar die juist ruim baan moeten geven. Psychotherapie is altijd anders en dat juichen we alleen maar toe. We willen absoluut niet dat het in een formule gegoten wordt. Goede EFT-therapeuten integreren op een soepele manier eerder verworven vaardigheden en passend afgestemde flexibiliteit. De belangrijkste EFT-responsen in dit boek zijn bedoeld als sjablonen of mogelijkheden, niet als ‘antwoorden’. Interpreteer en gebruik ze dus zoals jij ze vindt passen, op een manier die voor jou kloppend is. Wij moedigen flexibel en geïmproviseerd spel aan!
Bekwaam worden door simulaties
Deliberate practice maakt gebruik van leren door simulaties (Ericsson, 2004; McGaghie et al., 2014). Dat houdt in dat het lesmateriaal bestaat uit ‘gefingeerde sociale situaties die een weerspiegeling zijn van problemen, gebeurtenissen of omstandigheden die zich in professionele ontmoetingen voordoen’ (McGaghie et al., 2014, p. 375). Een belangrijk onderdeel van deze manier van leren is dat de stimuli die in de opleiding worden gebruikt voldoende lijken op ervaringen uit de echte wereld, zodat ze ook reacties uitlokken die op reacties uit de echte wereld lijken. Hierdoor wordt het toestandsafhankelijk leren vergemakkelijkt.
‘In simulaties oefenen met uitdagende stimuli vergroot het vermogen van professionals om effectief te presteren onder stress.’
Bij toestandsafhankelijk leren verwerft de professional de vaardigheid in dezelfde psychologische omgeving als waar de vaardigheid moet worden ingezet (Smith, 1979). Een paar voorbeelden: piloten oefenen met vluchtsimulators die technische fouten en gevaarlijke weersomstandigheden nabootsen, en chirurgen oefenen met operatiesimulators die medische complicaties nabootsen. In simulaties oefenen met uitdagende stimuli vergroot het vermogen van professionals om effectief te presteren onder stress. De ‘simulators’ in de oefeningen in dit boek zijn karakteristieke uitspraken van cliënten die echt in een therapiesessie zouden kunnen worden gedaan en die een beroep doen op een specifieke vaardigheid.
Propositionele kennis versus procedurele kennis
Propositionele kennis is wat een persoon kan begrijpen, opschrijven of vertellen. Het verwijst vaak naar feitelijke informatie die vrij snel wordt verworven en bewust kan worden opgeroepen vanuit het geheugen. Procedurele kennis daarentegen is impliciet aanwezig in het geheugen en ‘vraagt meestal herhaling van een activiteit en het bijbehorende leerproces uit zich in verbeterde taakuitvoering’ (Koziol & Budding, 2012, p. 2694, cursivering toegevoegd). Procedurele kennis is wat een persoon kan presteren, vooral onder stress (Squire, 2004). Er kan een groot verschil zijn tussen iemands propositionele en procedurele kennis. Iemand kan veel verstand hebben van politiek, maar dat betekent niet dat die een goede politicus zou zijn. Hetzelfde geldt voor veel muziek- of theaterrecensenten. Zij kunnen uitstekend schrijven over hun onderwerp, maar zouden niet weten wat ze moesten doen als ze zelf op het podium stonden.
‘Doelgerichte oefening zou zich moeten toespitsen op die vaardigheden waarover de student een goed stuk zou kunnen schrijven, maar die de student nog niet kan toepassen bij een echte cliënt.’
Bij EFT-opleidingen komt de kloof tussen propositionele en procedurele kennis bijvoorbeeld als volgt naar voren: de student herkent en waardeert een uitstekend afgestemde, empathisch explorerende respons, die precies aan de randen van de ervaring van de cliënt landt, waardoor de cliënt heel subtiel vooruit wordt geholpen, maar vindt het nog moeilijk om zelf met een cliënt passende empathische exploraties te doen.
Het ideale punt om deliberate practice toe te passen is het gat tussen propositionele en procedurele kennis. Met andere woorden: doelgerichte oefening zou zich moeten toespitsen op die vaardigheden waarover de student een goed stuk zou kunnen schrijven, maar die de student nog niet kan toepassen bij een echte cliënt.
We beginnen met propositionele kennis, waarbij we de theorie van de vaardigheden leren en observeren hoe anderen ze toepassen. Als we die kennis hebben, werken we met deliberate practice naar de ontwikkeling van procedurele kennis. Het doel is dat therapeuten ‘automatisch’ toegang hebben tot alle vaardigheden en er indien nodig uit kunnen putten.
Aan de slag: Deliberate practice bij EFT-I
Wil je meer weten over hoe deliberate practice werkt, en wil je oefenen met je interpersoonlijke therapeutische vaardigheden in een nagebootste klinische setting, met uitdagingen aangepast aan jouw niveau? Lees dan verder in Deliberate practice bij EFT-I!