Hoe help je mensen met hoardingproblematiek? Professional organizers vertellen in deze reeks over die ene cliënt. Over de geleerde lessen tijdens het opruimen, de cliënt die hen raakte en de mensen die ze soms niet konden helpen. Ingrid Tielemans herinnert zich een dame die uit huis gezet dreigde te worden. Bracht dit de nodige motivatie om het huis eindelijk op orde te krijgen?
Het is eind 2007. Ik ben nog geen jaar werkzaam als professional organizer en termen als hoardingproblematiek zitten nog niet in mijn woordenboek.
Op een dag word ik gebeld door een dame die me vraagt of ik haar kan helpen. Haar woning is te vol ‘vinden ze’ en de woningbouwstichting dreigt haar uit huis te zetten. Ze is vooral verontwaardigd door dit dreigement en begrijpt totaal niet waarom ze uit huis zou moeten. ‘Een mens mag toch wel een paar spulletjes hebben,’ zegt ze meermaals.
‘Als ik vraag hoe ze doucht, geeft ze aan dat ze de spullen dan even wegzet. Dat lijkt me twijfelachtig.’
Ik krijg haar toestemming om de woningbouwstichting te bellen en hoor vervolgens dat er sprake is van ernstige vervuiling en overlast voor de buren. Ze gaan ermee akkoord dat ik haar help en stellen het plaatsen van een container uit. Ook vertelt de medewerker me dat er meer hulp is, onder andere via de ggz. Na telefonisch contact met mevrouw mag ik contact opnemen met de ggz en hoor daar dat er regelmatig opgeruimd wordt, maar dat mevrouw de zakken met afval even vrolijk weer naar binnen haalt.
De kennismaking met mevrouw is een paar dagen later. Een keurig verzorgde, wat oudere dame met een vriendelijke glimlach op haar gezicht. Ze geeft me een rondleiding door haar huis. Het is inderdaad erg vol. Ze heeft geen zitplaats in de keuken en in de huiskamer is alleen een klein hoekje van de bank vrij. De slaapkamers zijn nauwelijks begaanbaar en haar bed ligt voor de helft vol met spullen. Ook in de badkamer staat veel. Als ik vraag hoe ze doucht, geeft ze aan dat ze die spullen dan even wegzet. Dat lijkt me twijfelachtig.
De warmwatervoorziening in de keuken doet het niet. De woningbouw komt maar niet om die te repareren, vertelt ze. ‘Maar ja, eigenlijk wil ik ook geen vreemden over de vloer. Ze hebben altijd wat te mekkeren.’
Een dag opruimen
We spreken af dat we samen aan de slag gaan en een paar dagen later zullen we starten met de keuken. Vóór onze afspraak belt ze me op: ze heeft een kast gezien bij de bouwmarkt en vraagt me of ik die op wil halen en meteen een aanhanger wil huren om wat zaken af te voeren.
Die zaken blijken heel veel vuilniszakken te zijn die in de huiskamer, voor- en achtertuin liggen. Ook wat spullen die echt kapot zijn, mogen mee naar de stort. Dit zorgt voor ruimte en we pakken de klus meteen aan.
‘Haar spullen vertegenwoordigen hoe ze zichzelf ziet en hoe ze wil zijn.’
Bij terugkomst maken we ruimte om de kast op te bouwen en starten we met opruimen. Althans, dat denk ik … Tot nu toe was het allemaal goed gegaan. Mevrouw had eerder keuzes gemaakt met de dreiging van de container in haar achterhoofd en in de wetenschap dat het afval was dat weggebracht werd. Maar nu moeten er echte keuzes gemaakt worden.
Moeilijke keuzes
‘Die picknicksets moeten echt bewaard worden, hoor. Als ik met mijn vriendinnen ga fietsen en picknicken, heb ik die rode nodig, met mijn zoon pak ik altijd de groene en als mijn dochters komen dan gebruiken we die mooie in die rieten mand. De andere twee zijn reserve en kan ik echt niet wegdoen. Ja, natuurlijk heb ik vijftien pakken rijst nodig. Die waren in de aanbieding en mogen best een paar jaar over de datum zijn. Het bederft niet hoor. Die doos met bestek is handig. Als er meer mensen langskomen, heb ik extra nodig. Dat kan echt niet weg en we hoeven het ook niet uit te zoeken. Dat heb ik pas nog gedaan. Ja, ik ga die boeken nog lezen. Als ik wat meer tijd heb en als iedereen stopt zich met me te bemoeien, dan ga ik lezen en andere leuke dingen doen.’
We werken de hele dag en verplaatsen spullen zodat ze in ieder geval op de bank kan zitten en haar aanrecht vrij is. Er mag nauwelijks iets weg en er komen veel verhalen los bij alle spullen in huis. Veel herinneringen, maar ook wensen en dromen. Haar spullen vertegenwoordigen hoe ze zichzelf ziet en hoe ze wil zijn. Ze vertelt me over haar drie kinderen en hoe goed zij het doen. Over haar huwelijk, dat zo akelig was en over haar jeugd – hoe moeizaam het leven voor haar is.
Aan het einde van die dag spreken we af dat ik de woningbouwstichting mag bellen om onze verrichting te bespreken. Ook mag ik hun vragen om haar geiser te komen repareren.
Voor mevrouw was die ene dag opruimen genoeg. De dreiging is afgewend en ze kan weer even vooruit. Ik heb nooit meer iets van haar gehoord.
Had ik toen maar de kennis die ik nu heb
Als ik de kennis van nu had, zou ik een aantal dingen anders aanpakken en haar misschien beter hebben kunnen helpen. Dan had ik haar hoardingproblematiek onderkend en misschien een samenwerking met de ggz aan kunnen gaan. Ook zou ik de mogelijkheid onderzoeken om via de Wmo een traject te starten, zodat er financiering zou zijn en we de samenwerking hadden kunnen voortzetten. Voor mij toont dit aan hoe belangrijk het is om kennis over hoardingproblematiek uit te breiden en te verspreiden.
De cliëntverhalen in deze reeks zijn bewerkt zodat ze niet te herleiden zijn tot werkelijke personen.
Meer lezen over Hoarding?
Lees dan ook het boek Hoarding. Opruimen en ordenen met problematische verzamelaars. Geschreven door professional organizers, Hilde Verdijk, Klazien Lambregtse, Annelie Brummer, Ingrid Tielemans en Divya van den Berg, die gespecialiseerd zijn in het begeleiden van mensen met verzamelstoornis en door gz-psycholoog, Menno Norden.