Stapels kranten blokkeren de gang, spullen liggen voor de kast in plaats van erin en door het hele huis vind je verzamelingen van voor een buitenstaander willekeurige voorwerpen – over hoarding worden (veelal) sensatiebeluste televisieprogramma’s gemaakt, maar het is een serieus probleem. Hoe help je iemand met hoarding? In dit artikel lees je waarom je nooit zonder toestemming iets weg mag gooien, waarom je je woorden zorgvuldig moet kiezen en ontdek je meer handvatten en tips bij hoardingproblematiek.
Verzamelstoornissen krijgen de laatste jaren veel aandacht in de media, maar het is geen nieuw probleem. Archeologen ontdekten dat er al in de prehistorie mensen waren die meer verzamelden of bewaarden dan ze daadwerkelijk nodig hadden. Dante schreef er in de middeleeuwen over in De goddelijke komedie: mensen die te veel hechten aan het materiële zitten volgens hem in de vierde cirkel van de hel. De meeste mensen met deze stoornis voelen zich inderdaad gevangen op een nare plek.
Wat is hoarding?
Hoarding wordt ook wel een verzamelstoornis genoemd. Hierbij gaat het om het verzamelen en bewaren van te veel spullen, waardoor een woning niet meer bruikbaar is zoals oorspronkelijk bedoeld. Hierdoor raakt iemand beperkt in het dagelijks functioneren en kunnen gewone taken niet of moeilijk worden uitgevoerd. Dan kun je denken aan koken, sanitair gebruiken, bezoek ontvangen of in een bed slapen.
Bij alleen al het idee om spullen weg te doen, ontstaat stress. In vrijwel alle situaties is er ook een andere stoornis die tegelijk met hoarding optreedt, zoals een angst- of dwangstoornis, depressie of AD(H)D. Hoarding is een psychiatrische stoornis waar niet licht over gedacht moet worden en die mogelijk in goede banen geleid kan worden, maar niet of nauwelijks helemaal verdwijnt.
Bij hoarding vallen de spullen vaak het meeste op. Dat kunnen grote hoeveelheden spullen zijn, maar ook wat normaal gesproken als afval wordt beschouwd: oude kranten, lege etensverpakkingen of bedorven voedsel. Er zijn veel variaties in woonsituaties mogelijk en je kunt niet altijd aan de woning zien of er sprake is van hoarding – en zeer zeker niet aan een persoon. Hiervoor heb je een diagnose nodig van een behandelaar.
Hulp bij hoarding
Gelukkig is er op verschillende manieren hulp mogelijk. Er zijn goede zelfhulpboeken op de markt waardoor de verzamelaar inzicht kan krijgen en met kleine stapjes aan de slag kan gaan. Dit lukt meestal beter met hulp van buitenaf. Een gespecialiseerd professional organizer kan een cliënt bijvoorbeeld ondersteuning bieden bij het veiliger en overzichtelijker maken van de woning en helpen om keuzes te maken in wat er bewaard of losgelaten kan worden. Dan hebben we het over de tastbare kanten van hoarding. Een behandelaar is nodig om de niet-helpende gedachten en het ongewenste gedrag om te keren. Zonder inzicht in je probleem kun je tenslotte zoveel opruimen als je wilt, maar zul je eerder in oud gedrag terugvallen.
De combinatie van goede thuisbegeleiding én behandeling door een psycholoog of psychiater is verreweg de meest effectieve aanpak. De cliënt, de behandelaar en de thuisbegeleider kunnen elkaar van zinvolle informatie voorzien waardoor een doorbraak in denken of doen kan worden bewerkstelligd.
Gouden regels bij het helpen van iemand met hoarding
Voor iedereen die samen met een problematisch verzamelaar achter de voordeur aan het werk gaat – of het nu een professional is, of een familielid of vriend – zijn er een paar gouden regels:
- Raak geen spullen van de bewoner aan zonder uitdrukkelijke toestemming. Probeer je eens voor te stellen dat ‘een vreemde’ zomaar in jouw tas of nachtkastje zou rommelen. Datzelfde gevoel is bij een bewoner vaak zeer sterk aanwezig. In sommige gevallen vereenzelvigt de verzamelaar zich zó met de spullen, dat het net is alsof diegene zelf betast wordt, in plaats van de spullen.
- Gooi ook niets weg zonder dat de bewoner ervan weet en ermee instemt. De spullen zijn en blijven van de bewoner, totdat die persoon anders besluit. Ook al denk je iemand te helpen door alvast een stapel oude kranten mee te nemen als de bewoner niet thuis is, het wordt door diegene (terecht) als diefstal gezien. Doe je dit toch, dan kan dit de relatie diep beschadigen en de bereidheid om hulp te aanvaarden doen stoppen.
- Praat met respect met en over de cliënt en diens spullen. Woorden als ‘troep’ of ‘rotzooi’ horen niet in je woordenboek thuis als je werkt met deze doelgroep. Praat over ‘de spullen’ of benoem ze preciezer: je boeken, je kleding, de lege blikken, de oude kranten. Een respectvolle manier van communiceren geeft je cliënt het gevoel dat de persoon gezien wordt achter de spullen. Iemand is niet alleen ‘het probleem’, maar een mens dat worstelt met een stoornis die al moeilijk genoeg is. Iemand moet het gevoel krijgen dat diegene meetelt, ook wanneer die de algemene normen niet helemaal volgt.
Hoe ziet een organizingtraject eruit dat op een respectvolle manier en met oog voor de persoon wordt ondernomen? Het verhaal van Roos geeft een goede indruk. Ze wordt uitgedaagd, maar er wordt ook naar haar geluisterd.
Het verhaal van Roos
Roos woont alleen in een rijtjeshuis. Ze is bijzonder gehecht aan al haar mooie spulletjes die ze op rommelmarkten en tweedehandszaakjes op de kop tikt. Het huis is vol, maar schoon en er is geen afval of een ongezonde atmosfeer aanwezig. Ze heeft een eclectische smaak, haar huis is erg kleurrijk, maar ook moeilijk begaanbaar. Ze belt een professional organizer omdat ze graag meer bewegingsruimte wil en weer bezoek wil kunnen ontvangen.
In anderhalf jaar tijd zetten ze samen goede stappen. Het vertrouwen groeit en de organizer mag steeds vaker spullen voorsorteren of met toestemming per categorie alvast in een vuilniszak stoppen. Roos blijft eindverantwoordelijk voor wat blijft en wat gaat. Natuurlijk stelt de professional organizer haar lastige vragen, waardoor Roos meer inzicht krijgt in waar ze mee bezig is. Maar er komt een middag dat ze in tranen uitbarst en zegt: ‘Ik heb zoveel van mijn verleden weggedaan en ook veel van wat ik hoopte in de toekomst te gebruiken. Het voelt alsof ik mezelf van twee kanten tegelijk aan het weggummen ben. Wat blijft er nog van me over?’ Ze is bang dat ze spoorloos zal verdwijnen, een angst die begrijpelijk is omdat Roos maar een heel klein sociaal netwerk heeft: geen partner of gezin, geen contact met familie, nauwelijks vrienden, geen werk meer en ook geen vooruitzichten op betaalde arbeid.
Roos en haar organizer besluiten op dat moment dat het genoeg is geweest. De woning is inmiddels veilig genoeg naar professionele maatstaven en gezellig genoeg voor Roos. Ze heeft een aantal opruimvaardigheden onder de knie gekregen waar ze voorlopig mee vooruit kan. Het is niet de bedoeling dat ze een minimalistisch huis krijgt of zich niet meer prettig voelt. Jaren daarna krijgt de organizer nog wel eens bericht van Roos: ze houdt stand!
Vijf stappen bij hoardingproblematiek
Ga je als professional of als familielid samen met een problematische verzamelaar aan de slag? Volg dan deze vijf stappen voor zoveel mogelijk succes:
- Veiligheid komt altijd op de eerste plaats – dus vóór het wegdoen van spullen. Zorg dat buitendeuren goed open en dicht kunnen, maak looppaden vrij en zorg dat de trappen leeg zijn. Dat vermindert het gevaar op vallen. Als dat betekent dat je ergens anders in huis nog wat meer moet stapelen, dan is dat maar even zo.
- Werkende rook- en CO-melders zijn essentieel. Op elke verdieping en eventueel bij risicovolle apparaten of plekken, zoals de keuken, of rond gaskachels en de cv.
- Begin met kleine projecten, met weinig of geen emotionele waarde, zoals de koelkast of een stuk van het aanrecht. Beter klein beginnen en succes boeken, dan een te groot project aanpakken en falen.
- Gebruik open dozen en zakken om spullen te sorteren: een voor doneren, een voor recycling (batterijen, oud ijzer etc.) en een voor bewaren. Een vuilniszak is voor het echte afval. Laat de bewoner zelf de spullen in de dozen en zakken stoppen. Dat zorgt voor een goede ervaring met besluitvorming.
Sluit elke afspraak af met praten over andere zaken dan opruimen of spullen. Daarmee laat je de bewoner zien dat je door de spullen heen kijkt, dat iemand de moeite waard is. Het schept vertrouwen en laat iemand uitkijken naar een volgende afspraak.
De cliëntverhalen in deze reeks zijn bewerkt zodat ze niet te herleiden zijn tot werkelijke personen.
Meer lezen over Hoarding?
Lees dan ook het boek Hoarding. Opruimen en ordenen met problematische verzamelaars. Geschreven door professional organizers, Hilde Verdijk, Klazien Lambregtse, Annelie Brummer, Ingrid Tielemans en Divya van den Berg, die gespecialiseerd zijn in het begeleiden van mensen met verzamelstoornis en door gz-psycholoog, Menno Norden.